RIZIV - Bandagisten en orthopedisch materiaal - Uitgaven in 2008
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
officiële statistiek
geografische spreiding
medisch en chirurgisch materiaal
kosten voor gezondheidszorg
17/4/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2009) |
19/8/2009 | Antwoord |
Uit het antwoord op mijn schriftelijke vragen nrs. 4-560 en 4-2304 bleek dat er toen nog geen cijfers beschikbaar waren in verband met de uitgaven voor bandagisten en orthopedische materiaal voor het jaar 2008.
Daarom had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen. Graag had ik brute cijfers gekregen, dat wil zeggen niet-gestandaardiseerde. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Wanneer het RIZIV zou gaan standaardiseren kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet men trouwens ook opletten welke factoren er in rekening gebracht kunnen worden.
1.Wat zijn de algemene uitgaven voor bandagisten en het orthopedisch materiaal in Vlaanderen voor 2008?
2.Wat zijn de algemene uitgaven voor bandagisten en het orthopedisch materiaal in Wallonië voor 2008?
3.Wat zijn de algemene uitgaven voor bandagisten en het orthopedisch materiaal in Brussel voor 2008?
4.Hoeveel mensen werden behandeld door bandagisten in Vlaanderen in 2008?
5.Hoeveel mensen werden behandeld door bandagisten in Wallonië in 2008?
6.Hoeveel mensen werden behandeld door bandagisten in Brussel in 2008?
Gelieve hierna de antwoorden te willen vinden op de door u gestelde vragen. Het gaat om geboekte gegevens.
Gegevens betreffende vragen 1 tot 3 :
|
|
|
Uitgaven euro |
|
Gewest |
Sector |
200812 |
1. |
Vlaanderen |
Bandagisten |
54 226 278,19 |
|
Vlaanderen |
Orthopedisten |
81 299 806,20 |
|
Totaal |
|
135 526 084,39 |
2. |
Wallonië |
Bandagisten |
23 092 045,99 |
|
Wallonië |
Orthopedisten |
31 123 777,18 |
|
Totaal |
|
54 215 823,17 |
3. |
Brussel |
Bandagisten |
5 063 417,71 |
|
Brussel |
Orthopedisten |
8 487 208,38 |
|
Totaal |
|
13 550 626,09 |
|
Niet verdeeld |
Bandagisten |
47 796,06 |
|
Niet verdeeld |
Orthopedisten |
150 318,08 |
|
Totaal |
|
198 114,14 |
|
TOTAAL |
|
203 490 647,79 |
|
|
Grand Total |
191 202 336,80 |
We beschikken niet over de gegevens betreffende de personen die behandeld werden door bandagisten (vragen 4 tot 6).
Regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende.
De regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.
Deze niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot :
de leeftijdstructuur en geslacht ;
de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeurregeling ;
de aanwezigheid van actieven, invaliden, weduwen en wezen, … (de zogenaamde sociale stand).
Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de uitgaven, gevallen en kostprijzen van andere regio’s, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio’s.
Vandaar dat het beter is om te werken met gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Er wordt dan een standaardisering doorgevoerd op basis van leeftijd, geslacht, sociale stand en voorkeurregeling. Bij de vergelijking van gestandaardiseerde uitgaven, gevallen en regionale kostprijzen houdt men dus wel rekening met specifieke kenmerken van een bepaalde regio, en op die manier wordt de vergelijking met andere regio’s homogener en correcter. De specifieke kenmerken van een bepaalde regio (op het gebied van leeftijd, geslacht, …) zullen dan niet meer aan de oorzaak liggen van verschillen met andere regio’s.
Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) werkt momenteel aan een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling) en zal hierover een rapport voorleggen aan de Algemene raad voor het einde van het jaar 2009, en zal vervolgens jaarlijks rapporteren.