Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3274

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 27 maart 2009

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Koninklijk Museum voor Midden-Afrika - Ministerieel besluit van 3 februari 2009 tot indeling van de statutaire wetenschappelijke personeelsleden in de activiteitengroepen - Toelichting

museum
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
wetenschappelijk beroep
ambtenaar
overheidsapparaat
taalgebruik

Chronologie

27/3/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 30/4/2009)
28/4/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3274 d.d. 27 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Naar aanleiding van de publicatie in het Belgisch Staatsblad van 12 februari 2009 van het ministerieel besluit van 3 februari tot indeling van de statutaire wetenschappelijke personeelsleden van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in de activiteitengroepen van de loopbaan van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen, wens ik een aantal toelichtingen te bekomen.

Zou de geachte minister mij meer bepaald een antwoord kunnen geven op volgende vragen:

1. Wat dient men te verstaan onder: " wetenschappelijk onderzoek en experimentele ontwikkeling " (activiteitengroep I)?

2. Wat dient men te verstaan onder " wetenschappelijk dienstverlening " (activiteitengroep II), waarschijnlijk een verwoording van " wetenschappelijke dienstverlening "?

3. Stemt de indeling van de statutaire wetenschappelijke personeelsleden als bepaald in kwestieus ministerieel besluit overeen met het voorstel van 26 november 2008 van de algemeen directeur van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA)? Werd hiervan eventueel afgeweken? Indien ja, voor welke punten?

4. Wat betreft de personen eventueel bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de beide activiteitengroepen van het KMMA:

- over hoeveel voltijds-equivalenten gaat het per activiteitengroep?

- over hoeveel vrouwelijke, respectievelijk mannelijke personeelsleden gaat het per activiteitengroep?

- over hoeveel Duitstalige, respectievelijk Franstalige en Nederlandstalige personeelsleden gaat het per activiteitengroep?

5. Is de personeelsbezetting door wetenschappelijk personeel in de beide activiteitengroepen, statutair respectievelijk in dienst genomen bij arbeidsovereenkomst, thans volledig? Is er onderbezetting of overbezetting?

6. Welke zijn de toekomstplannen voor elk van de twee activiteitengroepen zowel wat betreft de taken als de personeelsbezetting?

7. Mag ik ervan uitgaan dat de verwijzing naar het " koninklijk besluit van 25 februari " (Nederlandse tekst) dient te luiden " 25 februari 2008 "?

Antwoord ontvangen op 28 april 2009 :

1. De activiteitengroep I omvat de titularissen van functies waarvan de taken hoofdzakelijk bestaan uit fundamenteel of toegepast onderzoek en/of experimentele ontwikkeling (cfr. het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen)

2. De activiteitengroep II “Wetenschappelijke dienstverlening” omvat de titularissen van functies waarvan de taken hoofdzakelijk bestaan uit :

3. Ja. In het voorstel van de algemeen directeur van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) werd geen enkele wijziging aangebracht.

4. De verdeling in activiteitengroepen heeft enkel betrekking op het statutaire wetenschappelijk personeel.

KMMA – Statutaire wetenschappelijk personeel op 01.03.2009 :


Vrouwen

Mannen

Totaal


Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Nederlandstaligen

2

6

16

48

18

55

Franstaligen

7

21

8

24

15

45

Totaal

9

27

24

73

33

100

Overeenkomstig de bepalingen van de taalwetten bestaan er bij het KMMA slechts Franstalige en Nederlandstalige taalrollen. Een Duitstalige kan daar slecht werken dan wanner hij bij een van de twee taalrollen werd ingedeeld.

Elke statutaire wetenschappelijke personeelsleden werken voltijds.

5. Daar de personeelskaders geschrapt zijn, moet er derhalve niet meer worden gesproken over volledige personeelsbezetting, onderbezetting of overbezetting.

6. Zowel wat de taken van het personeel als de per-soneelsbezetting betreft, kan de verdeling van het wetenschappelijk personeel in beide activiteitengroepen evolueren. Een bevestigd personeelslid kan immers, op zijn verzoek of op ini-tiatief van de algemeen directeur en met een gunstig en gemotiveerd advies van de jury, worden toegewezen aan de andere activiteitengroep dan die waaronder het ressorteert, op voorwaarde dat de overwogen wijziging inspeelt op een functionele behoefte van de instelling en/of de ontwikkeling van de wetenschappelijke activiteiten van het betrokken personeelslid, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 februari 2008.

De verdeling in activiteitengroepen vindt plaats naargelang de hoofdtaken van het personeelslid die met de tijd kunnen veranderen en uiteraard in het licht van de door de instelling vastgelegde doelstellingen om haar opdrachten uit te voeren.

7. Ja.