Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3132

van Isabelle Durant (Ecolo) d.d. 11 maart 2009

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking

Democratische Republiek Congo (DRC) - Nationaal park Virunga - Bescherming - Belgische initiatieven

Democratische Republiek Congo
nationaal park
bescherming van de fauna
bescherming van de flora
natuurreservaat
ontwikkelingshulp
milieubescherming
EOF
Algemeen Bestuur voor de Ontwikkelingssamenwerking
Unesco
niet-gouvernementele organisatie

Chronologie

11/3/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/4/2009)
10/4/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3132 d.d. 11 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Het Nationaal park van Virunga in de Democratische Republiek Congo (DRC) is, zoals u weet, het oudste nationaal park in Afrika. Het werd in 1925 opgericht en heeft een bijzonder rijk planten- en dierenleven. Het dient ook als schuilplaats voor 22 apensoorten, waaronder een derde van de wereldpopulatie berggorilla's. Ooit herbergde het park onder meer de sterkste concentratie nijlpaarden ter wereld, namelijk 29.000 stuks. Door de slachtingen, vooral door militairen en gewapende milities, is dat aantal inmiddels tot 600 gedaald. Onlangs heeft men er trouwens opnieuw sporen van okapi's gevonden. Het park bevat ook belangrijke vochtige zones die van uitzonderlijk belang zijn voor de overwintering van de vogels uit het palearctisch gebied.

Het Nationaal Park van Virunga heeft naast de buitengewone biodiversiteit ook een niet te verwaarlozen toeristisch potentieel. Vroeger trok het park welgestelde toeristen aan, maar de bezoeken zijn volledig stilgevallen als gevolg van het geweld in het noordoosten van de DRC. Dat potentieel blijft echter intact want het Park heeft geen enkele diersoort verloren. Buiten het toerisme (in vredestijden), speelt het park ook een belangrijke economische rol omdat het Edwardmeer meer dan 15.000 ton vis per jaar levert ter waarde van meer dan 20 miljoen Amerikaanse dollar per jaar, en daarmee meer dan 40.000 mensen een inkomen verschaft.

Zeshonderdvijftig bewakers van het ICCN, een Congolese overheidsinstelling die belast is met het beheer van de beschermde gebieden in het Nationaal Park Virunga, staan in voor de bescherming van het park en de gorilla's. Die bewakers verdienen 30 dollar per maand, als ze hun loon al krijgen want dat is niet evident. De bewakers van het Nationaal Park van Virunga bestrijden sedert jaren zonder hulp de wildstroperij en het kappen van bomen voor brandhout, een winstgevende handel die echter het woud vernietigt en een bedreiging vormt voor de plaatselijke klimaatstelsels die van fundamenteel belang zijn voor de landbouw in Noord-Kivu (die nagenoeg de volledige bevolking van de DRC van voedsel kan voorzien).

De inschrijving van die site op de Werelderfgoedlijst en sedert 1994 op de speciale Lijst van bedreigd werelderfgoed is niet alleen een bewijs van zijn buitengewone universele waarde, maar betekent ook een oproep aan de hele internationale gemeenschap om zich in te zetten voor de bescherming van het park. België heeft als belangrijkste geldschieter (op voorwaarde dat het dat effectief wil blijven en erin slaagt opnieuw normale relaties met de Congolese partner aan te knopen) vandaag een essentiële rol te vervullen, vooral omdat het park opgericht werd door de Belgische administratie en in Afrika lang een voorbeeld is geweest. De in augustus 2008 benoemde hoofdconservator van het ICCN is een Belg. Bovendien is het Belgisch World Wide Fund for Nature (WWF) er sedert meer dan twintig jaar actief.

We mogen niet vergeten dat het vroegere Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking (ABOS) in de jaren 1970 en 1980 twee omvangrijke programma's voor Virunga heeft opgestart, die in het begin van de jaren '90 tot een derde fase hadden moeten leiden. Die derde fase is om voor de hand liggende redenen uitgesteld. De twee programma's hebben uitstekende resultaten opgeleverd en hebben de hervatting van de activiteiten van het ICCN, van het toerisme en dus ook van de inkomsten mogelijk gemaakt.

De bewakers van het park hebben dringend internationale hulp nodig van de westerse landen en ik denk dat we hier verder moeten kijken dan naar de loutere bescherming van de Belgische “investeringen” in die site. Het is nu het geschikte moment om een ruimere steun voor het Nationaal Park van Virunga te overwegen.

Kunt u mij, naast het evidente belang van het herstel van de dialoog met de regering van de DRC en de gebruikelijke intentieverklaringen over een duurzame regeling van het Congolese conflict, zeggen welke concrete stappen de Belgische regering zou hebben gedaan om alle betrokkenen op het terrein respect te doen opbrengen voor de integriteit van het Nationaal Park van Virunga, de bewakers die er werken en de uitzonderlijke biodiversiteit die het herbergt?

Het is weliswaar belangrijk de DRC aan te sporen het conflict te beëindigen en de veiligheid in het land is een sleutelelement, maar het meest prangende probleem voor het Nationaal Park van Virunga is de gebrekkige werking van het ICCN. Het accent moet dus ook gelegd worden op de reconstructie van dat Instituut, via een reorganisatie en via noodhulp. De steun voor een diepgaande herstructurering zou een prioriteit moeten zijn om de dringende onmiddellijke hulp op lange termijn te bestendigen.

Antwoord ontvangen op 10 april 2009 :

De Belgische ontwikkelingssamenwerking is al sinds jaren een bescheiden maar actieve donor in het domein van de bescherming van de wouden van de Democratische Republiek Congo, zowel via (co-)financiering van projecten en programma's als op het vlak van de politieke sensibilisering van andere donoren. Door de internationale conferentie over het duurzaam beheer van de bossen in Congo te organiseren (Brussel, 26 en 27 februari 2007), heeft België zich geëngageerd om deze problematiek hoog op de internationale agenda te plaatsen Deze Belgische input wordt geapprecieerd door de Congolese partners én door de andere donoren.

Het geachte lid verwijst naar de inspanningen van het toenmalige ABOS via de financiering van grote programma's in het Nationaal Park van Virunga. De context van de ontwikkelingssamenwerking is ondertussen wel grondig gewijzigd. Onder invloed van de evoluties en aanbevelingen op het vlak van ontwikkelingssamenwerking, alsook de wil om de doeltreffendheid van de hulp te vergroten, zoeken donoren en internationale organisaties naar nieuwe hulpvormen die de last voor de ontvangende landen verlichten, die de transactiekosten verminderen, die meer resultaatgericht zijn en die de nadruk leggen op het "local ownership". Een dergelijke aanpak vooronderstelt dat de donoren hun interventies sectorieel concentreren en hun financiële inbreng harmoniseren in gemeenschappelijke fondsen. De prestaties en de bereikte resultaten worden gezamenlijk of onder leiding van één van de donoren en in nauw overleg met de ontvangende landen opgevolgd. Er werd een Multi Donor Trust Fund voor een goed beheer van de bossen in het de Democratische Republiek Congo opgericht.

De hoofdrolspelers in dit domein zijn de Wereldbank en de Europese Commissie.

De coördinatie functioneert behoorlijk en onder het leiderschap van het "Congolese ministère de l'Environnement, Conservation de la Nature et Tourisme", wat eenrzijds leidde tot multi-donor initiatieven (bijvoorbeeld het "Fonds Fiduciaire Multibailleurs Gouvernance Forestière" dat wordt beheerd door de Wereldbank) en anderzijds tot operationele afspraken tussen de donoren inzake taakverdeling.

Al jarenlang verzorgt de Europese Commissie de coördinatie op het vlak van het natuurbehoud via omstandige financiering van activiteiten. De eerdere steun aan het Institut congolais pour la conservation de la nature (ICCN van 5 miljoen euro voor 2007-2009, via het 9ste Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) met speciale focus op de versterking van de beheerscapaciteiten van het ICCN en de structurele en organisationele rehabilitatie van de natuurparken Salonga en Virunga) zal worden verdergezet en uitgebreid via de 10de EOF. Het is ook de Europese Commissie die een audit en een hervormingplan van het ICCN heeft laten uitvoeren.

Ook de Belgische ontwikkelingssamenwerking is al jarenlang actief op het vlak van de bescherming van de Congolese natuurparken, in het bijzonder via een programma dat uitgevoerd wordt door UNESCO m.b.t. de vrijwaring van de vijf Werelderfgoedsites in de Democratische Republiek Congo, waaronder het Virunga-park: in dat kader werd in het verleden 2 miljoen euro geïnvesteerd. De versterking van de capaciteit van het ICCN is een bijzonder aandachtspunt van dit programma, dat momenteel wordt geëvalueerd. De evaluatie zal de basis vormen voor een aansluitend UNESCO-project met een looptijd van drie jaar dat waarvan de financiering door de Belgische ontwikkelingssamenwerking zal worden onderzocht. Het is evident dat deze steun, na voorafgaandelijk samenspraak met de Delegatie van de Europese Commissie in Kinshasa, complementair zal zijn met de acties via de EC.

De Belgische ontwikkelingssamenwerking speelt met ICCN, UNESCO en World Wildlife Fund (WWF) een voortrekkersrol met betrekking tot de oprichting van een "Fonds Fiduciaire Aires Protégées": bedoeling van dit fonds is de duurzame financiering van het beheer van de natuurparken in de Democratische Republiek Congo, waaronder de Virunga. Het is de bedoeling dat Belgische steun inzake natuurparken dus op termijn verloopt via dit fonds.

Via het budget conflictpreventie zal een project van de directeur van het Nationaal Park van Virunga Prins Emmanuel de Merode worden gefinancierd ten belope van 400 000 euro. Dit project moet bijdragen tot het terugdringen van de ontbossing als gevolg van de houtskoolproductie in het Virunga-park. Het project zal uitgevoerd worden door de "African Cooperation Fund" en het ICCN. Per productie-eenheid kunnen zes arbeiders aan de slag, het is de bedoeling duizend dergelijke productieketens op te zetten, goed voor zes duizend arbeidsplaatsen. De briketten, zouden aanzienlijk minder rookproductie genereren, en ook merkelijk goedkoper zijn dan houtskool (8 USD tegen 30USD per zak). Het is de bedoeling dat de subsidie de opstartfase financiert (persinstallaties en ovens), het project dient vervolgens zelfbedruipend te worden.

Daarnaast is het ministerie van Defensie actief op het vlak van de vorming van parkwachters en het ter beschikking stellen van materiaal. Wetenschapsbeleid financiert het programma «Système de Gestion de l'Information sur les Aires Protégées» date een institutionele versterking van het ICCN beoogt.

Het ICCN sloot een paar jaar geleden een samenwerkingsakkoord met de zusterorganisaties UWA (Uganda Wildlife Authority) en ORTPN (Office Rwandais du Tourisme et des Parcs Nationaux).

Dit resulteerde onlangs in de ondertekening door de drie betrokken leefmilieuministers van een overeenkomst tot oprichting van een "Secrétariat central de la collaboration transfrontalière". Dit secretariaat is gevestigd in Kigali, en kan rekenen op financiering uit Nederland ten bedrage van vier miljoen euro, gespreid over vier jaar. Ook de Europese Commissie zou 1,5 miljoen euro kunnen vrijmaken uit het 10de EOF.

Opvallend kenmerk van de samenwerking is het feit dat Congo een vergoeding krijgt voor gederfde opbrengsten uit het gorillatoerisme. Concreet draagt ORTPN aan ICCN een som af voor gorillabezoeken aan een familie gorilla's die oorspronkelijk van Congolese origine was, maar om oorlogsredenen gemigreerd is. De retrocessie beliep de afgelopen drie jaar 400 000 USD