Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3085

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 27 februari 2009

aan de minister van Landsverdediging

Defensiepersoneel - Gezondheidsklachten - Schoonmaakmiddel PX-10

ministerie
militair personeel
giftige stof
veiligheid van het product
kankerverwekkende stof
arbeidsveiligheid
beroepsziekte
onderhoudsmiddel

Chronologie

27/2/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2009)
6/4/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3085 d.d. 27 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een brief aan de Nederlandse Tweede Kamer erkent Staatssecretaris De Vries de aansprakelijkheid voor de ziekte leukemie bij een voormalige marinier. Hij had regelmatig gewerkt met het schoonmaakmiddel PX-10.

De Staatssecretaris stelt hieromtrent aan de Tweede Kamer op 3 oktober 2008 : "Het is niet uit te sluiten dat in de zeventiger jaren en begin jaren tachtig PX-10 naast benzeen ook xyleen en tolueen bevatte. Voor hierboven beschreven toepassingen [= het wapenonderhoud] waren zowel in bewapeningswerkplaatsen, wapenkamers, als aan boord van schepen (kabelgat) bakken met 200 tot 800 liter PX-10 opgesteld. Daarnaast werden voor het individuele wapenonderhoud kleine hoeveelheden ter beschikking gesteld.". Volgens de Staatssecretaris bevatte PX-10 na 1987 nauwelijks nog benzeen. Zo zou uit meetgegevens van de Koninklijke Marine blijken. Vanaf 1989 raakte PX-10 steeds meer in onbruik omdat er een alternatief voor handen was.

De Staatssecretaris erkent dat benzeen kankerverwekkend is. Verder schrijft hij : "Benzeen is bekend als kankerverwekkende stof in verband met het ontstaan van leukemie, maar ook in verband met effecten op het beenmerg, zoals het optreden van myelodysplastisch syndroom.". Dat laatste staat ook wel bekend als "pre-leukemie". De Staatssecretaris schrijft dat er op dit moment twee claims zijn ingediend bij Defensie.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd :

1. Heeft de geachte minister weet van de controverse in Nederland bij het defensiepersoneel omtrent het schoonmaakmiddel PX-10 ?

2. Werd het schoonmaakmiddel PX-10 in het verleden in de jaren zeventig en tachtig aangewend door ons leger en meer in het bijzonder door de afdelingen die instaan voor het wapenonderhoud, de wapenkamers alsook aan boord van onze schepen ?

3. Werd er in het verleden reeds onderzoek verricht naar gezondheidsklachten van defensiepersoneel dat in het verleden gewerkt heeft met het reinigingsmiddel PX-10 ? Zo ja, wat waren de resultaten ?

4. Hebben zijn diensten reeds klachten hieromtrent ontvangen van (voormalig) personeel ? Zo ja, om hoeveel klachten gaat het ?

5. Kan hij aangeven hoeveel personeelsleden in contact zijn gekomen doorheen de jaren met dit goedje en kunnen de risico's worden ingeschat ?

6. Is hij bereid naar analogie van zijn Nederlandse collega een onderzoek te laten verrichten naar het gebruik van PX-10 en de mogelijke nefaste gevolgen voor het (voormalig) personeel ? Zo ja, wanneer zou dit onderzoek starten en wanneer verwacht hij de resultaten ? Zo neen, waarom niet ?

7. Acht hij het opportuun een informatie-meldpunt op te richten naar analogie van Nederland ?

Antwoord ontvangen op 6 april 2009 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

1. Via syndicale vragen en op basis van bilaterale contacten met onze Nederlandse collega’s heeft de Defensiestaf enige tijd geleden kennis genomen van de problematiek PX-10.

2. Het opzoekwerk, dat nog steeds lopende is, naar mogelijk gebruik van PX-10 (zijnde een beschermingsproduct ter preventie van corrosie) binnen Defensie heeft, tot op heden, nog niet geleid tot enige aanwijzing waaruit blijkt dat dit product werd aangewend door Defensie.

3. Neen. Arbeidsgeneesheren worden echter wel gedurende hun opleiding specifiek gesensibiliseerd voor de beroepspathologie gekoppeld aan aromatische koolwaterstoffen.

4. De inspectiedienst heeft tot op heden geen klachten ontvangen.

5 tot 7 Er zijn momenteel geen aanwijzingen dat PX-10 werd gebruikt.