Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2935

van Louis Ide (Onafhankelijke) d.d. 4 februari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ziekenhuizen - Antibioticabeleid - Werkgroepen - Stand van zaken

ziekenhuis
antibioticum
geneeswijze
gezondheid op het werk
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

4/2/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/3/2009)
20/3/2009Antwoord

Vraag nr. 4-2935 d.d. 4 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Elk ziekenhuis zou vandaag over een antibioticabeleidsgroep moeten beschikken. Met deze maatregel wordt de strijd opgevoerd tegen het overmatig gebruik van antibiotica in de ziekenhuizen.

Vorig jaar werd voor de eerste keer ook een bevraging uitgestuurd naar de ziekenhuizen om op die manier een stand van zaken te bekomen met onder andere de volgende vragen : is er een groep ? Is er een empirisch antibioticaschema ? Wordt er aan gewerkt ? Zijn er nieuwsbrieven ? Is er bijscholing ? Is er een formularium ? Is er communicatie tussen ziekenhuishygiëne, de antibioticabeleidsgroep en medische microbiologie ?

Graag zouden we nu een evalutie maken van deze groepen.

Daarom kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen gebaseerd op wat de ziekenhuizen in 2008 antwoordden op de vragenlijst van de Belgian Antibiotic Policy Coordination Committee (BAPCOC) :

1. Kan de geachte minister me vertellen hoeveel ziekenhuizen er nu in België beschikken over een antibioticabeleidsgroep en hoeveel niet ? Kan ze dit opsplitsen per gewest ?

2. Hoeveel van de ziekenhuizen in België en per gewest beschikken of werken aan een empirisch schema ? Hoeveel niet ?

3. Hoeveel ziekenhuizen hebben de vragenlijst van 2008 beantwoord, hoeveel niet ? Deze gegevens kreeg ik graag nationaal en per gewest.

4. Hoeveel ziekenhuizen in België en per gewest beschikken over een formularium of werken eraan ?

5. Hoeveel ziekenhuizen in België en per gewest maken antibiotica nieuwsbrieven ?

6. Hoeveel ziekenhuizen in België en per gewest organiseren bijscholing ?

7. Hoe verdelen zich vragen van 1 tot 6 zich als men een onderscheid maakt tussen de ziekenhuizen die voorheen in de pilootprojecten zaten en zij die er niet in zaten ?

8. Waar liggen de probleem ziekenhuizen en is daar een verklaring voor ? Wordt daar "iets mee gedaan" ?

9. Welke relevante info leerde de zij nog uit de bevraging ?

Antwoord ontvangen op 20 maart 2009 :

1 Sinds juli 2007 (koninklijk besluit van 19 juni 2007) genieten alle acute ziekenhuizen en de chronische ziekenhuizen met minstens honderdvijftig Sp- en/of G- bedden van een financiering voor een afgevaardigde bij het antibiotherapiebeheer. De antibioticabeleidsgroepen werden echter pas begin 2008 (koninklijk besluit van 12 februari 2008) opgenomen in de normen.

Voor 2007 gaat het om honderdzestien ziekenhuizen en BAPCOC ontving honderdenelf activiteitenrapporten. Van de ontbrekende ziekenhuizen weten we dat één Brussels ziekenhuis wel degelijk sinds enkele jaren een antibioticabeleidsgroep heeft en dat één Waals ziekenhuis pas in 2008 een antibioticabeleidsgroep heeft opgericht. Van de overige drie ziekenhuizen — twee Waalse en één Brussels ziekenhuis — hebben we ondanks meerdere herinneringen geen informatie gekregen.

2. Voor het beantwoorden van deze vraag worden de acute ziekenhuizen en de chronische ziekenhuizen apart beschouwd.

Bijna alle acute ziekenhuizen (97/106, 91.5 %) beschikken over richtlijnen voor empirische en etiologische anti-infectieuze therapie.

Negen ziekenhuizen beschikken nog niet over deze richtlijnen: het betreft voornamelijk ziekenhuizen die pas sinds 2007 beschikken over een antibioticabeleidsgroep (zie tabel l).


2002

2006

2007

Totaal

Ja

36

21

40

97

Neen

0

2

7

9

Totaal

36

23

47

106

Tabel 1: Aanwezigheid van richtlijnen voor empirische en etiologische anti-infectieuze therapie in de acute instellin gen volgens tijdstip van creatie van de antibioticabeleidsgroep

De analyse per gewest geeft een vertekend beeld aangezien meer dan de helft van de Waalse ziekenhuizen pas sinds 2007 zijn opgestart met hun antibioticabeleidsgroepen.


Vlaanderen

Wallonië

Brussel

Totaal

Ja

56

30

11

97

Neen

5

4

0

9

Totaal

61

34

11

106

Tabel 2: Aanwezigheid van richtlijnen voor empirische en etiologische anti-infectieuze therapie in de acute instellingen per gewest

De vier chronische ziekenhuizen beschikken allen over richtlijnen voor empirische en etiologische anti-infectieuze therapie.

3. Zie antwoord op vraag 1.

4. Bijna alle acute ziekenhuizen (103/107, 96.3 %) beschikken over een antibioticumformularium.

Drie van de vier acute ziekenhuizen die nog niet beschikken over een formularium zijn pas sinds 2007 opgestart met hun antibioticabeleidsgroep (zie tabel 3)


2002

2006

2007

Totaal

Ja

36

22

45

103

Neen

0

1

3

4

Totaal

36

23

48

107

Tabel 3: Aanwezigheid van het antibioticumformularium volgens tijdstip van creatie van de antibioticabeleidsgroep


Vlaanderen

Wallonië

Brussel

Totaal

Ja

59

35

9

103

Neen

2

0

2


Totaal

61

35

11

107

Tabel 4: Aanwezigheid van het antibioticumformularium in de acute instellingen per gewest

De vier chronische ziekenhuizen beschikken allen over een antibioticumformularium.

5. Alle antibioticabeleidsgroepen maken gebruik van meerdere kanalen om te communiceren met de voorschrijvende artsen in hun instelling. De meest gebruikte kanalen zijn het telefonisch consult, e-mail, intranet en het face-to-face gesprek.

6. De brede interpretatie van het begrip bijscholing door de rapporterende ziekenhuizen maakt een betrouwbare analyse onmogelijk.

7. Zie antwoord op vragen 2 en 4.

8. De vijf ziekenhuizen die nog geen rapport hebben ingediend moeten zeker opgevolgd worden in de toekomst.

Zoals kon worden verwacht hebben de pilootziekenhuizen een voorsprong opgebouwd ten opzichte van de ziekenhuizen die pas sinds 2007 deelnemen, maar toch ziet men ook in deze laatste groep van ziekenhuizen een goede implementatie van kwaliteitsbevorderende interventies zodat men niet kan spreken van 'probleemziekenhuizen'.

9. Kwaliteitsbevorderende activiteiten en interventies zoals de ontwikkeling van formularia voor anti-infectieuze middelen (96.3 % van de ziekenhuizen), therapeutische richtlijnen (91.5 %) en profylactische richtlijnen (96.3 %) en de analyse van antibioticaverbruikscijfers (96.1 %) en resistentieprofielen (90.6 %) worden in quasi alle Belgische ziekenhuizen toegepast.

De grote meerderheid van de ziekenhuizen bevorderen sequentiële therapie (78.5 %), plaatsen bepaalde breedspectrumantibiotica op een reservelijst (75.7 %), reviseren ingestelde antibioticatherapieën na enkele dagen op basis van kliniek en microbiologische resultaten (64.5 %) en laten antibioticatherapieën dagelijks nakijken door een lid van de antibiotica- beleidsgroep (63.8 %).

Zowel het automatisch stop order (43.0 %) als het apart antibioticumvoorschrift (36.4 %) zijn daarentegen minder ingeburgerd.