FOD Binnenlandse Zaken - Opbouw geldelijke anciënniteit - Opmerkingen van het Rekenhof
loon
overheidsapparaat
loonschaal
anciënniteit
ministerie
4/2/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/3/2008) |
19/3/2008 | Dossier gesloten |
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-597
De artikelen 7 en 35 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, bepalen dat de beperkingen van validering inzake de leeftijdsklassen blijven gelden voor diensten verricht vóór 1 januari 1994, ook voor personeelsleden die na 1 januari 1994 in dienst kwamen. Deze beperkingen houden in dat de geldelijke anciënniteit pas kan worden opgebouwd zodra het betrokken personeelslid een bepaalde leeftijd heeft bereikt.
Volgens het Rekenhof worden deze regels bij de FOD Binnenlandse Zaken in verscheidene gevallen niet gerespecteerd.
Welke maatregelen heeft de geachte minister genomen om de artikelen 7 en 35 van het hierboven vermelde koninklijk besluit correct te laten toepassen?