Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-288

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 4 februari 2008

aan de minister van Justitie

De kansspelwetgeving

kansspel
telecommunicatie
telefoon
televisie
ethiek

Chronologie

4/2/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/3/2008)
19/3/2008Dossier gesloten

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-63
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-682

Vraag nr. 4-288 d.d. 4 februari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op de staten-generaal rond kansspelen van 24 oktober 2007 werd allusie gemaakt op een evaluatie van de toepassing van de wet op de inbelspellen. In deze context stelde de kansspelcommissie dat een dringende evaluatie nodig was ondermeer voor het inbedden van deze belspelen in de kansspelwet onder de vorm van een echte vergunning. Dit zou een meer efficiënter beleid en vooral controle toelaten op deze spelen die nog steeds de vox populi beroeren omwille van hun discutabele systemen van speluitbating. In Nederland werden deze inbelspelen trouwens van de Nederlandse commerciële TV-zenders gehaald. Het regende daar immers klachten over onregelmatigheden.

In het voorliggend KB van 10 oktober 2006 staan een aantal zaken die terecht bestempeld worden als zwakheden zoals de definitie van volumebellers of ook nog de inhoud van de vragen die moeten van een normaal niveau zijn. Ook is in dit KB geen melding van een minimale terugbetaling wat aanleiding geeft tot een verregaand repetitief spelgedrag want uiteindelijk heeft de speler een minimum aan kans. In de marge van dit maar toch zeker ook belangrijk zijn de andere schopstenen die actueel het kansspelbeleid in dit land remmen zoals de kansspelen op internet, de hype rond pokerspelen en de weddenschappen. Op 7 december 2006 werd bij het Parlement onder nº doc 512807/001 een wetsontwerp ingediend houdende diverse bepalingen betreffende de kansspelen, deze wetwijziging zou een aanzet moeten zijn om de wetgeving van 7 mei 1999 een restyling te geven en deze wet aan te passen aan de huidige moderne noden: kansspelen zijn blijvend in evolutie zo moet ook de wet deze evolutie volgen. Op dit ogenblik is er op het terrein grote rechtsonzekerheid.

Vandaar mijn vragen aan u, meneer de Minister,

1. Hoe ziet u deze aanpak zowel in werkmethodiek, inhoud als tijdspanne?

2. Wordt er opnieuw een wetsontwerp ingediend?

3. Bent u van plan om advies in te winnen bij de kansspelcommissie, die toch een autoriteit is op het gebied in deze procedure?