Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2867

van Freddy Van Gaever (Vlaams Belang) d.d. 22 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Technische gebreken aan locomotieven en wagons - Gevolgen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
voertuig op rails
spoorwegnet
onderhoud

Chronologie

22/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/2/2009)
8/5/2009Antwoord

Vraag nr. 4-2867 d.d. 22 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Mensen die dagelijks gebruik maken van de trein, worden bijna even dagelijks geconfronteerd met mededelingen vanwege de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) omtrent vertragingen of afgeschafte treinen als gevolg van technische gebreken aan de locomotieven.

Het valt dermate veel op dat men zich terecht de vraag kan stellen of er zich geen structurele problemen van slijtage of slecht onderhoud van de treinen voordoen.

Vandaar de volgende vragen :

Wie is de eigenaar van al het rollend materieel van de NMBS en wie staat in voor het onderhoud van de treinstellen ?

Bestaan er statistieken omtrent vertragingen die het gevolg zijn van een technisch gebrek aan het volledige treinstel in het algemeen en aan de locomotief in het bijzonder ? Zo ja, wat zeggen de cijfers op jaarbasis voor de afgelopen vijf jaar ?

Bestaan er statistieken omtrent afgeschafte treinen die het gevolg zijn van een technisch gebrek aan het volledige treinstel in het algemeen en aan de locomotief in het bijzonder ? Zo ja, wat zeggen de cijfers op jaarbasis voor de afgelopen vijf jaar ?

Hoe verloopt het onderhoud van de treinstellen, met welke frequentie worden de locomotieven en de wagons nagekeken ?

Welke gebreken komen het meest voor (elektrisch, mechanisch, …) ?

Zijn de gebreken typisch voor welbepaalde modellen van locomotieven of wagons, bouwjaar, fabrikant ?

Antwoord ontvangen op 8 mei 2009 :

1. Behoudens voor het materieel dat het voorwerp is van sale en rent back operaties is de Nationale maatschappij der Belgische spoorwegen (NMBS) eigenaar van al het rollend materieel. Voor al het reizigersmaterieel staat de NMBS in voor het onderhoud. Het klein onderhoud gebeurt in de tractiewerkplaatsen en onderhoudsposten; het groot onderhoud wordt verzekerd door de centrale werkplaatsen.

2. De NMBS beschikt inderdaad over statistieken van het jaarlijkse aantal incidenten veroorzaakt door het materieel dat een vertraging van meer dan twee minuten veroorzaakt van één of meerdere treinen.

NMBS Materieel/Matériel SNCB

2005

2006

2007

2008

Totaal materiel/ Matériel total

13 938

13 665

14 409

13 220

Locomotieven/Locomotives

2 860

2 799

3 573

3 411

Motorrijtuigen/ Automotrices

7 381

7 162

7 257

6 466

Rijtuigen/ Voitures

1 216

1 270

1 547

1 597

Andere/ Autres

2 481

2 434

2 032

1 746

Hieruit blijkt dat het aantal incidenten in 2007 en 2008 licht stijgt bij de locomotieven en de rijtuigen, onder andere omdat het aandeel van dit materieel in het reizigersverkeer stijgt. Het aandeel van de motorrijtuigen en de andere materieeltypes daalt licht.

De impact, in aantal minuten vertraging, van de incidenten te wijten aan het materieel steeg echter in 2008:

NMBS Materieel/Matériel SNCB

2005

2006

2007

2008

Totaal materiel/Matériel Total

314 218

299 190

320 464

387 122

Locomotieven/ Locomotives

104 291

97 812

129 691

159 105

Motorrijtuigen/Automotrices

142 788

131 188

127 130

137 075

Rijtuigen/Voitures

22 512

21 863

30 038

35 615

Andere/Autres

44 627

48 327

33 605

55 327

3. Deze gegevens zijn niet beschikbaar.

4. In functie van de exploitatieveiligheid en in functie van de specifieke betrouwbaarheid van het materieel wordt een onderhoudsschema uitgewerkt per type materieel met een kilometergrens en een tijdsgrens in kalenderdagen.

5. De meeste problemen zijn tractieproblemen en voornamelijk van technische aard.

6. Elk type heeft specifieke technische problemen. Dit is niet zozeer gebonden aan bouwjaar of fabrikant maar meer aan de bestaande technische know-how tijdens de constructie.