Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2817

van Joris Van Hauthem (Vlaams Belang) d.d. 22 januari 2009

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) - Onderhandelingen betreffende de taalwetgeving - Wettelijke basis (Koninklijke Vlaamse Schouwburg [KVS])

Vaste Commissie voor Taaltoezicht
taalgebruik
culturele organisatie

Chronologie

22/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/2/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5930

Vraag nr. 4-2817 d.d. 22 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In De Brusselse Post van november/december 2008 is een artikel te lezen over de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) die weigert de taalwetgeving te respecteren. Sinds 2005 heeft de verenigde afdeling van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) naar verluidt reeds meer dan twintig maal de KVS hiervoor terechtgewezen, maar deze instelling legt deze adviezen gewoon naast zich neer.

Volgens De Brusselse Post is er intussen op vraag van de KVS een onderhoud geweest met de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en zou er daarbij onderhandeld zijn over de toepassing van de taalwet in de concrete dossiers die hier ter discussie liggen. Hieruit zou een nieuw voorstel zijn gekomen.

Is het correct dat er een onderhoud is geweest tussen de KVS en de VCT ? Wanneer ? Waar ? Wie waren de gesprekspartners namens de KVS en de VCT en krachtens welke wettelijke bepalingen of beslissingen waren de gesprekspartners van de VCT gemachtigd tot het voeren van deze gesprekken ?

Is het correct dat er werd "onderhandeld" over de toepassing van de taalwetgeving en dat hieruit "een nieuwe voorstel is gekomen" zoals De Brusselse Post schrijft ? Zo ja, hoe werd het standpunt van de VCT bijgesteld ?

In bevestigend geval, is de VCT wel bevoegd om te "onderhandelen" over de toepassing van de taalwetgeving en zo ja krachtens welke wettelijke bepalingen ?

Zijn er in het verleden nog vragen geweest vanwege taalwetovertreders om een onderhoud te hebben met de VCT ? In bevestigend geval, graag een concreet overzicht hiervan en van de resultaten daarvan. Indien niet in alle gevallen hierop door de VCT werd ingegaan, welke zijn dan de criteria om te beoordelen om in het ene geval wel op dergelijke vragen in te gaan en in de andere gevallen niet ?

Acht de geachte minister het wel aangewezen dat de VCT op vraag van taalwetovertreders gesprekken voert over de toepassing van de taalwetgeving, en vooral, daarover gaat " onderhandelen " ? Is het volgens hem niet eerder aangewezen dat de VCT, bij manifest, moedwillig en herhaaldelijk overtreden van de taalwetgeving zoals hier het geval is, gebruik maakt van bijvoorbeeld haar mogelijkheid om naar de Raad van State te stappen, van haar subrogatierecht of van eventuele andere haar ter beschikking staande wettelijke middelen om ervoor te zorgen dat de taalwetgeving correct wordt nageleefd ?