Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2702

van Marc Elsen (cdH) d.d. 12 januari 2009

aan de minister van Migratie- en Asielbeleid

Gesloten centra - Opsluiting van gezinnen - Alternatieven (Woning voor gezinnen in afwachting van hun uitwijzing - Rol en profiel van de "terugkeerassistent")

asielzoeker
vreemdelingenrecht
toelating van vreemdelingen
politiek asiel
illegale migratie
verblijfsrecht
verwijdering
remigratie
buitenlandse staatsburger
sociale voorzieningen
huisvesting

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2136

Vraag nr. 4-2702 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Er bestaan nu alternatieve oplossingen voor de opsluiting van gezinnen in gesloten centra. Het proefproject is goed gestart, maar wij betreuren dat niet alle gezinnen erbij betrokken zijn.

Er blijven nog veel andere andere vragen open :

Hoeveel gezinnen worden momenteel door het proefproject gevolgd? Hoeveel gezinnen die deel uitmaken van het project hebben gekozen voor een vrijwillige terugkeer? Zijn er gezinnen die er niet aan meewerken? Hoelang verblijven de gezinnen die eraan meewerken al in België? Hebben zij asiel aangevraagd of waren ze ontwettig in het land? Hebben ze al dan niet een regularisatie aangevraagd? Hoe oud waren de kinderen? Hoe verlopen de contacten met de school en de arts?

Welke juridische basis wordt gehanteerd voor de opvang van de gezinnen in die vrijwillige terugkeerhuizen? Kan er nog in beroep gegaan worden tegen de beslissing tot plaatsing als er geen officiële beslissing tot opsluiting werd meegedeeld?

In verband met de andere vreemdelingen die worden opgesloten: als de huisvesting als individueel gezin wordt gehandhaafd, kunnen de andere vreemdelingen die in de gesloten centra worden “vastgehouden” (artikel 74/6 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen) niet dezelfde behandeling vragen? Met andere woorden, hoe is het mogelijk dat dezelfde wettelijke clausule kan leiden tot verschillende toepassingen in de praktijk: in het ene geval volledige vrijheidsberoving en in het andere beperkte bewegingsvrijheid? Moet een dergelijke ongelijke behandeling niet gedekt worden door een wetsbepaling?

Er zal blijkbaar worden gewerkt met een koninklijk besluit dat de werking van de terugkeerhuizen regelt. Zullen de niet-gouvernementele organisaties (ngo's) hierbij worden betrokken?

Bovendien is de zeer beperkte rol van de “coach” of “terugkeerassistent” die alles in het werk moet stellen om de familie te overreden om vrijwillig terug te keren bijzonder dubbelzinnig. Hij moet in enkele dagen of weken een vertrouwensrelatie met de gezinnen opbouwen om die laatsten een terugkeer te doen aanvaarden. Hij heeft echter geen enkel zicht op de situatie van het gezin in België of in hun land van herkomst.

Welk profiel hebben die terugkeerassistenten? Hebben ze een opleiding gevolgd over alle aspecten van de rechten van de vreemdelingen, de jeugd, schoolrechten, recht op sociale bijstand, het beginsel van het hogere belang van het kind, de politieke en economische situatie in het land van herkomst en van het onderzoek van de individuele situatie van het gezin in de landen van herkomst en in België?

Het juridische statuut van die gezinnen is nog erg vaag. De plaatsing in de open huizen is juridisch gezien een opsluiting. De families leven er immers in semivrijheid omdat één volwassene altijd ter plaatse moet blijven, de andere leden slechts de woning mogen verlaten om zich naar de school, de winkel, de arts of de advocaat te begeven en het hele gezin thuis moet zijn als de coach op bezoek komt. Als het gezin niet “meewerkt” met de coach of verdwijnt, bestaat de sanctie in een nieuwe opsluiting in een gesloten centrum.

Heeft de procedure niet als doelstelling de gezinnen een alternatief te bieden voor de opsluiting in gesloten centra? Als ze de vrijwillige terugkeer niet aanvaarden, zullen ze dan verzocht worden naar gesloten centra te gaan?

Kan de coach alle oplossingen bespreken met de familie, dus niet alleen de terugkeer, maar ook de mogelijkheden om in België te blijven? Kan hij een familie die aan de vereiste voorwaarden voldoet bijvoorbeeld de raad geven een verblijfsvergunning aan te vragen op basis van de wet van 15 december 1980 of, in het geval van een Dublin-gezin, de toepassing van de humanitaire clausule?