Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2596

van Nahima Lanjri (CD&V) d.d. 12 januari 2009

aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden

Stookoliefonds - Verbruikers van gas en elektriciteit - Doelgroepen

gas
elektrische energie
sociaal achtergestelde groep
stookolie
verwarming
begrotingsfonds
laag inkomen
hulp aan minderbegunstigden

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
2/3/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-723

Vraag nr. 4-2596 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Enkele weken geleden werd de uitbreiding van het stookoliefonds goedgekeurd. De doelgroep werd sterk uitgebreid en de tussenkomst verhoogd. Ongeveer 100 000 gezinnen konden genieten van het bestaande systeem. Met de nieuwe regeling zouden dat er ongeveer 300 000 worden. De inkomensgrens is opgetrokken tot 22 873 euro. Wie nu reeds een tussenkomst ontvangt, kan rekenen op maximaal 210 euro per jaar. Voor de nieuwe categorie gaat het om maximaal 105 euro.

De regering kondigde toen eveneens aan dat ook de verbruikers van gas en elektriciteit beroep zouden kunnen doen op een tussenkomst. Want niet alle mensen met een laag inkomen verwarmen hun woning met stookolie.

De regering heeft beslist om één uniek fonds te stichten voor mensen met een bepaald inkomen.

Welke stappen werden reeds gezet?

Welke doelgroep zal hiervan kunnen genieten?

Hoe zal het worden uitgewerkt?

Wanneer zal men daarop beroep kunnen doen?

Antwoord ontvangen op 2 maart 2009 :

Als antwoord op haar vragen kan ik het geachte lid het volgende meedelen:

De in 2006 door de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie bestelde studie gaf als aanbeveling de verschillende fondsen op termijn te harmoniseren. Deze fondsen bestrijken immers niet dezelfde werkelijkheid, noch beschikken zij over gelijke budgetten. Zij functioneren ook op verschillende manieren en beogen onderscheiden doelstellingen.

Een van de eerste stappen die is gezet om tot zulke harmonisatie te komen is het Sociaal Stookoliefonds te laten functioneren voor een verwarmingsperiode van één jaar.

Een andere realisatie is het toekennen van een forfaitaire vermindering voor de vierde categorie van verbruikers van het Sociaal Stookoliefonds, analoog met met de reeds bestaande forfaitaire vermindering voor gas en elektriciteit.

Beide elementen zijn intussen bij programmawet van 22 december 2008 ingevoerd: de artikelen 44 tot en met 52 voor wat betreft de forfaitaire verminderingen voor aardgas, elektriciteit en stookolie toegekend door de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, en de artikelen 249 tot en met 264 voor wat betreft de verwarmingstoelage toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW). Deze bepalingen zijn op 1 januari 2009 in werking getreden. Vanaf 1 januari 2009 zijn de toegangsvoorwaarden voor de forfaitaire vermindering van 105 euro dus gelijk voor mensen die zich verwarmen op stookolie, gas of elektriciteit.