Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-244

van Geert Lambert (SP.A-SPIRIT) d.d. 24 januari 2008

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking

Rwanda - Gacaca-rechtbanken - Misbruik

Rwanda
ontwikkelingshulp
rechtsstelsel
rechten van de verdediging
misdaad tegen de menselijkheid
strafsanctie

Chronologie

24/1/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
28/2/2008Antwoord

Vraag nr. 4-244 d.d. 24 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

België sponsort het systeem van de Gacaca-rechtbanken die in 2002 in Rwanda werden ingesteld naar het voorbeeld van de traditionele dorpstribunalen gebaseerd op gemeenschapsparticipatie en transparantie. De snelle ontwikkeling van dit systeem blijkt evenwel tot misbruiken te hebben geleid en heeft een omgekeerd effect dan de bedoelde verzoening. Het blijkt immers de spanningen tussen Hutu’s en Tutsi’s te hebben verscherpt. In plaats van een open en tegensprekelijk debat is het meer een politiek proces en een instrument van machtscontrole geworden.

Mensen hebben geen recht op een advocaat en worden letterlijk aan de lopende band berecht. Verleden jaar werden enkele honderdduizenden zaken afgehandeld. Er zijn heel wat incidenten met slachtoffers en getuigen die vermoord of geïntimideerd werden. De bijsturingen door de administratie en de politiek werden steeds groter. Er werden “flexibele criteria” gehanteerd, wat de deur openzette voor persoonlijke afrekeningen en opportunisme. Volgens een onderzoeker heeft amper 10% van de betrokkenen nog vertrouwen in de Gacaca.

Ik vernam dan ook graag van de geachte minister wat België, als sponsor van het Gacaca-systeem, onderneemt om deze misbruiken te beëindigen?

Antwoord ontvangen op 28 februari 2008 :

België heeft sinds 1994 duidelijk gekozen om Rwanda bij te staan in de strijd tegen de straffeloosheid. In die zin steunt België sinds meer dan tien jaar Rwanda op het vlak van de justitie in het algemeen maar ook in de zoektocht naar een juridische afhandeling van de gevolgen van de genocide. Steun aan het Nationale Secretariaat van Gacaca via de bilaterale samenwerking maar ook monitoring en controle via verschillende internationale en nationale mensenrechtenorganisaties voor een zelfde grootteorde van financiële jaarlijkse steun. Het woord “sponsoring” dat het geachte lid in zijn vraagstelling gebruikt belicht dan ook te weinig deze kritische vorm van steun.

Gacaca had van bij het begin verschillende doelstellingen, met name de waarheid aan het licht brengen, het tempo van berechting versnellen, een einde maken aan de straffeloosheid, verzoening en eenheid bewerkstelligen, het aantal gevangenen verminderen en aantonen dat Rwanda via een traditioneel systeem de eigen problemen kon oplossen. Het berechtingproces versnellen was nodig aangezien via klassieke rechtspraak (waarvan een groot deel van de uitvoerders gedecimeerd of gevlucht waren) slechts een beperkt aantal gevallen behandeld zou kunnen worden. Na een jaar werd vastgesteld dat de « klassieke » rechtbanken deze taak pas na ruim een eeuw zouden kunnen afronden bij een werkritme van duizend vonnissen per jaar voor 130 000 destijds in hechtenis genomen verdachten (inmiddels is er sprake van 300 000 dossiers). Aangezien er in 1997 110 000 personen gevangen zaten, zocht de regering een andere oplossing om de processen sneller af te handelen en gerechtigheid te laten geschieden. Het is zaak eraan te herinneren dat bij behoud van het klassieke systeem de mensenrechten zwaar zouden worden overtreden, zowel wat de voorlopige hechtenis betreft als wat betreft het recht op een uitspraak binnen een redelijke termijn.

Er werden in het land meer dan 9 000 plaatselijke jurisdicties (de Gacaca-rechtbanken) ingesteld. Dat er dus meerdere honderdduizenden gevallen berecht werden is waar maar per jurisdictie is dit aantal redelijk. Dat er daarbinnen een aantal misbruiken vastgesteld werden, is eveneens te verwachten.

In de wereld heeft geen enkel gerechtelijk systeem ooit een zo omvangrijke rechtszaak moeten behandelen als die van de Rwandese genocide van 1994. Voor de humane rechtsbedeling bestaat er immers geen grotere uitdaging dan het berechten van de ergste misdaad die op een zo grote schaal werd gepleegd. De oplossing van de Gacaca kwam er vooral om praktische redenen, om zoveel personen te kunnen berechten in een verwoest land zonder middelen (en in het begin zonder de zekerheid op de internationale gemeenschap te kunnen rekenen). Deze oplossing is niet volmaakt en er zijn uiteraard verschillende moeilijkheden : de angst en het wantrouwen van de overlevenden, het beëindigen van de straffeloosheid, het vinden van de waarheid, ... De Gacaca-procedure kan de internationale normen enkel benaderen.

Het traditionele Gacaca-systeem voorzag geen berechting van moord en zeker niet van genocide. Het ging om een expliciet participatieve manier waarbij iedereen aanklager en advocaat is en waarbij geen formeel systeem van verdediging bestaat. Toch kan elke burger (dus ook een advocaat) de verdediging opnemen van een beschuldigde. Dit echter als privé-persoon.

Het moet erkend worden dat op dit moment door het grote aantal gevallen, niemand enig zicht heeft op het aantal misbruiken. Het is een moeilijke afweging om individuele misbruiken af te wegen tegen het algemene systeem waarvoor tot op heden niemand een haalbaar alternatief heeft voorgesteld.

België voert hierover een actieve dialoog en buiten de contacten die de ambassade heeft met de betrokken diensten in Rwanda heb ikzelf tijdens mijn laatste reis in Rwanda een lang onderhoud gehad met de verantwoordelijke Rwandese overheden over dit specifieke dossier. Het Gacaca proces zal in de loop van 2008 afgerond worden en zoals de Belgische ambassadeur in Kigali (in naam van alle donoren) eind 2007 op het formele overleg tussen donoren en Rwandese overheid stelde : « 2008 will be an appropriate timing to evaluate to what extent the objectives of justice, peace and reconciliation have been reached. We will all take stock of the lessons learned by this experience. Gacaca has been the subject of a lot of, sometimes justified, criticism but no-one has ever presented a valid alternative. »

Samenvattend kan gesteld worden dat België vanuit de donorgemeenschap de kritische stem blijft vertolken zonder daarom aan de kant te gaan staan en men moet beseffen dat er door de grootte van het geheel zeker individuele misbruiken zijn die aangekaart worden door de ook door België ondersteunde mensenrechtenorganisaties, zonder daarom een valabel alternatief te hebben.