RIZIV - Kinesitherapie - Uitgaven - Regionale opsplitsing
paramedisch beroep
gezondheidsverzorging
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor gezondheidszorg
12/1/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009) |
7/5/2009 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2177
Kinesitherapie is een heel belangrijk onderdeel van de gezondheidszorg. Kinesitherapie ligt me dan ook nauw aan het hart, daarvan getuigen reeds vroegere schriftelijke vragen en mijn ijveren om het onrechtvaardige uitgangsexamen af te schaffen. Toch zou ik graag eens weten hoeveel er in België wordt uitgegeven aan kinesitherapie. Helaas vond ik niet meteen recent cijfermateriaal.
Daarom had ik graag een antwoord gekregen op volgende vragen. Graag had ik brute cijfers gekregen, dat wil zeggen niet-gestandaardiseerde. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Wanneer het RIZIV zou gaan standaardiseren kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet men trouwens ook opletten welke factoren er in rekening gebracht kunnen worden.
1. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor kinesitherapie in België voor de jaren 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007 en het eerste semester van 2008 ?
2. Kan de minister de cijfers uit vraag 1 regionaal opsplitsen (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) ?
3. Kan de minister de regionale cijfers uit vraag 2 opsplitsen per nomenclatuurnummer, hoofdstuk I tot en met VI en in toto ?
Gelieve hierna de antwoorden te willen vinden op de door u gestelde vragen. Het gaat om geboekte gegevens.
Antwoord vraag 1 :
Uitgaven
Kinesitherapeuten |
2002 |
371 857 322 |
|
2003 |
367 205 743 |
|
2004 |
393 435 726 |
|
2005 |
404 638 563 |
|
2006 |
423 490 065 |
|
2007 |
445 326 241 |
|
200806 |
257 901 428 |
Antwoord vraag 2 :
Gewest |
2005 |
2006 |
2007 |
200806 |
Brussel |
34 056 769 |
35 064 372 |
35 831 152 |
20 943 527 |
Vlaanderen |
227 873 976 |
240 344 983 |
254 391 498 |
147 402 436 |
Wallonië |
142 406 128 |
147 792 830 |
154 762 103 |
89 338 916 |
Niet verdeeld |
301 690 |
287 880 |
341 488 |
216 550 |
Antwoord vraag 3 :
Gewest |
Plaats van prestatie |
2005 |
2006 |
2007 |
200806 |
Brussel |
praktijk |
13 602 117 |
13 932 286 |
14 194 049 |
8 389 994 |
|
thuis |
8 594 448 |
8 879 592 |
9 464 768 |
5 460 104 |
|
mindervaliden |
199 682 |
197 002 |
203 053 |
120 442 |
|
ziekenhuis |
6 868 232 |
7 086 232 |
6 822 468 |
3 995 461 |
|
revalidatie |
2 618 |
4 596 |
4 114 |
1 260 |
|
bejaarden |
2 894 649 |
2 756 864 |
2 551 811 |
1 294 231 |
|
medische huizen |
1 894 685 |
2 207 796 |
2 590 894 |
1 682 034 |
|
rest |
341 |
4 |
-4 |
|
Totaal |
34 056 769 |
35 064 372 |
35 831 152 |
20 943 527 |
|
Vlaanderen |
praktijk |
140 776 948 |
149 975 883 |
156 864 848 |
92 175 571 |
|
thuis |
59 031 765 |
61 866 923 |
68 378 591 |
39 769 008 |
|
mindervaliden |
1 604 709 |
1 734 214 |
1 768 003 |
912 223 |
|
ziekenhuis |
15 574 530 |
15 690 026 |
16 655 238 |
9 005 961 |
|
revalidatie |
547 007 |
640 134 |
985 167 |
543 771 |
|
bejaarden |
9 367 757 |
9 308 234 |
8 407 443 |
4 316 568 |
|
medische huizen |
971 162 |
1 129 528 |
1 332 123 |
679 333 |
|
rest |
99 |
41 |
85 |
|
Totaal |
227 873 976 |
240 344 983 |
254 391 498 |
147 402 436 |
|
Wallonië |
praktijk |
59 097 405 |
61 624 083 |
62 980 165 |
36 832 303 |
|
thuis |
53 090 228 |
56 173 950 |
60 740 621 |
35 400 481 |
|
mindervaliden |
1 186 431 |
1 248 839 |
1 262 942 |
663 673 |
|
ziekenhuis |
17 524 251 |
16 971 331 |
17 755 094 |
10 017 655 |
|
revalidatie |
455 684 |
498 697 |
491 383 |
279 018 |
|
bejaarden |
8 589 280 |
8 559 550 |
8 244 224 |
4 294 729 |
|
medische huizen |
2 463 909 |
2 716 370 |
3 287 675 |
1 851 058 |
|
rest |
-1 060 |
10 |
|
|
Totaal |
142 406 128 |
147 792 830 |
154 762 103 |
89 338 916 |
|
Niet verdeeld |
praktijk |
160 549 |
201 007 |
236 438 |
148 723 |
|
thuis |
28 635 |
28 089 |
30 119 |
25 443 |
|
mindervaliden |
1 001 |
|
|
|
|
ziekenhuis |
45 455 |
39 759 |
52 673 |
28 670 |
|
revalidatie |
722 |
789 |
3 053 |
860 |
|
bejaarden |
7 346 |
6 342 |
7 010 |
4 432 |
|
medische huizen |
57 982 |
11 894 |
12 195 |
8 421 |
|
rest |
301 690 |
287 880 |
341 488 |
216 550 |
De gegevens 2002, 2003 en 2004 verdeeld per gewest zijn niet beschikbaar.
Regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende.
De regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.
Deze niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot :
de leeftijdstructuur en geslacht ;
de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeurregeling ;
de aanwezigheid van aktieven, invaliden, weduwen en wezen, enz. (de zogenaamde sociale stand).
Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de uitgaven, gevallen en kostprijzen van andere regio’s, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.
Vandaar dat het beter is om te werken met gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Er wordt dan een standaardisering doorgevoerd op basis van leeftijd, geslacht, sociale stand en voorkeurregeling. Bij de vergelijking van gestandaardiseerde uitgaven, gevallen en regionale kostprijzen houdt men dus wel rekening met specifieke kenmerken van een bepaalde regio, en op die manier wordt de vergelijking met andere regio’s homogener en correcter. De specifieke kenmerken van een bepaalde regio (op het gebied van leeftijd, geslacht, enz.) zullen dan niet meer aan de oorzaak liggen van verschillen met andere regio’s.
Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) werkt momenteel aan een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling) en zal hierover een rapport voorleggen aan de Algemene Raad in de loop van het eerste semester 2009, en vervolgens jaarlijks rapporteren.