Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2355

van Louis Ide (Onafhankelijke) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Hospitalisatieverzekeringen - Aantallen - Opsplitsing per gewest - Opsplitsing per verzekeraar

particuliere verzekering
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor ziekenhuisopname

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
25/3/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2145

Vraag nr. 4-2355 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Hospitalisatieverzekeringen zijn een belangrijk onderdeel van onze gezondheidszorg. Een opname in het ziekenhuis kan immers handenvol geld kosten, en dan is een hospitalisatieverzekering absoluut geen overbodige luxe.

Het is jammer dat er van de hospitalisatieverzekeringen niet dadelijk cijfers voorhanden zijn; net omdat dit zo'n belangrijk gegeven is (zeker op financieel vlak).

Daarom had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen :

1. Hoeveel mensen hadden in 2005, 2006 en 2007 een hospitalisatieverzekering in België ?

2. Kan de geachte minister de cijfers uit vraag 1 opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) ?

3. Kunnen de gewestelijke cijfers ook opgesplitst worden per verzekeraar (ziekenfondsen en de private maatschappijen die onder de koepel van Assuralia ressorteren) ?

4. Hoeveel van deze hospitalisatieverzekeringen werden afgesloten via de werkgever, zowel in totaal als per gewest ?

5. Hoeveel drop-outs (mensen die een hospitalisatieverzekering hadden via de werkgever, maar deze omwille van de kostprijs opzegden) werden in 2005, 2006 en 2007 geregistreerd na pensionering ?

6. Indien hier geen gegevens over zijn, zou het dan niet interessant zijn dit te onderzoeken, wetende dat de patiënt reeds 30 % van de kosten voor gezondheidszorg uit de eigen zak betaalt ?

Antwoord ontvangen op 25 maart 2009 :

1. De Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen geeft jaarlijks een verslag uit dat onder meer een aantal gegevens betreffende de hospitalisatiediensten ingericht door de mutualistische entiteiten bevat.

Ter zake deel ik u mede dat de aansluiting van de leden bij een mutualistische hospitalisatiedienst ofwel verplicht ofwel facultatief kan zijn. De verplichte aansluiting wordt beslist door de algemene vergadering van de mutualistische entiteit in kwestie. Deze algemene vergadering bestaat uit door de leden verkozen vertegenwoordigers. Bij ontstentenis van dergelijke beslissing is de aansluiting bij dergelijke hospitalisatiedienst facultatief en dus door het lid zelf te beslissen.

In 2005, 2006 en 2007 werden respectievelijk:

- 4 219 600, 3 998 574 en 4 046 080 aansluitingen geteld bij een mutualistische hospitalisatiedienst met verplichte aansluiting en die voorziet in een forfaitaire tussenkomst;

- 2 405 428, 2 289 028 en 2 289 069 aansluitingen geteld bij een mutualistische hospitalisatiedienst met verplichte aansluiting en die voorziet in een terugbetaling op basis van de werkelijke kosten;

- 1 068 957, 804 436 en 769 608 aansluitingen geteld bij een mutualistische hospitalisatiedienst met facultatieve aansluiting en die voorziet in een forfaitaire tussenkomst;

- 1 549 879, 2 013 600 en 2 130 366 aansluitingen geteld bij een mutualistische hospitalisatiedienst met facultatieve aansluiting en die voorziet in een terugbetaling op basis van de werkelijke kosten.

Er dient evenwel opgemerkt te worden dat het vaak voorkomt dat eenzelfde lid aangesloten is bij een facultatieve en een verplichte hospitalisatiedienst die elkaar aanvullen.

Om deze reden kunnen de ledentallen van de verschillende hospitalisatiediensten niet zomaar worden samengeteld om het totaal aantal verzekerden te kennen. De Controledienst kent laatstgenoemd aantal niet.

2. De Controledienst beschikt niet over gegevens, opgesplitst per gewest, betreffende het aantal aansluitingen of het aantal verzekerden bij mutualistische hospitalisatiediensten.

3. Ingevolge het antwoord op de vorige vraag, is deze vraag zonder voorwerp.

4. Voor wat betreft de ziekenfondssector zijn er geen collectieve verzekeringen.

5. en 6 Ingevolge het antwoord op de vorige vraag, zijn deze vragen zonder voorwerp.