Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2323

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vergrijzing - Toename van slechtziendheid - Preventie

vergrijzing van de bevolking
oogziekte
voorkoming van ziekten

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
23/3/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1858

Vraag nr. 4-2323 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het voorkomen van oogziektes loont. Door de vergrijzing zal het risico op oogziektes toenemen, doch een goede screening kan veel euvel voorkomen.

Door adequate preventie van oogaandoeningen zijn er bijvoorbeeld minder valfracturen en minder depressies bij ouderen, aldus enkele sprekers tijdens het World Sight Day symposium op 9 oktober 2008 in VU Medisch Centrum te Amsterdam. Bovendien blijken 70 % van de gevallen van slechtziendheid en blindheid te voorkomen of te behandelen indien tijdig gedetecteerd.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de geachte minister :

1) Is zij het eens met het standpunt dat met het oog op de vergrijzing de prevalentie van blind- en slechtziendheid zal toenemen ?

2) Wat is haar reactie op de vaststelling dat 70 % van alle blindheid en slechtziendheid te voorkomen of te behandelen en dus vermijdbaar is ?

3) Is zij het met me eens dat gezien het hoge percentage van vermijdbare blindheid en slechtziendheid preventie cruciaal is en zo ja, welke maatregelen heeft zij in samenspraak met de gemeenschappen getroffen en gaat zij treffen ? Kan zij dit uitvoerig toelichten ?

4) Welke maatregelen is zij bereid te treffen om meer voorlichting te geven over het belang van regelmatig oogonderzoek ? Is een mediacampagne aangewezen ? Zo ja, tegen wanneer zou deze er komen ?

5) Gezien slechtziendheid bij ouderen valfracturen en depressies veroorzaakt moeten vooral ouderen regelmatig gescreend worden. Kan zij aangeven hoe zij hieraan tegemoetkomt, onder meer wat betreft de terugbetaling vanwege het RIZIV ? Volstaat dit ?

Antwoord ontvangen op 23 maart 2009 :

1, 2, 3 en 4. Het antwoord op deze vragen valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

5. Hoewel de oudere patiënt zich meestal zelf wel bewust is dat zijn gezichtsvermogen achteruitgaat, is het toch nuttig regelmatig een oogonderzoek te laten uitvoeren. De patiënt kan immers in de mening verkeren dat een aftakelend zicht nu eenmaal bij het ouder worden hoort, wat maar gedeeltelijk juist is. Zodoende kan hij soms een bezoek aan de oogarts uitstellen en kan er irreversibele schade optreden die, in geval van een vroegere detectie en behandeling, verbeterd of gestabiliseerd hadden kunnen worden met een beter restzicht als resultaat.

De voorbije jaren zijn er in de nomenclatuur specifieke geriatrische prestaties ingeschreven, onder andere een multidisciplinaire geriatrisch consult. Deze verstrekking kan in voorkomend geval bijdragen tot een correcte en tijdige doorverwijzing van de bejaarde patiënt naar de oftalmoloog.

We kunnen er van uitgaan dat de meeste bejaarden ook regelmatig een raadpleging van de huisarts nodig hebben. Daarom heeft deze laatste een sleutelrol in preventie of vroegtijdige detectie van aandoeningen. Een goed bijgehouden globaal medisch dossier (GMD) moet de huisarts in staat stellen zijn patiënt optimaal op te volgen en hem indien nodig te verwijzen naar, in dit geval, de oogarts voor een controle-onderzoek. Nadien is het meestal de oogarts zelf die aangeeft wanneer de patiënt zich opnieuw moet aanbieden. Weerom helpt het globaal medische dossier de huisarts om dit bij te houden en zo nodig zijn patiënt aan deze afspraken te herinneren.

In het Nationaal Akkoord geneesheren-ziekenfondsen 2009-2010 is overeengekomen om voor de doelgroep 45 tot 74-jarigen een preventiemodule te ontwikkelen in het globaal medisch dossier.

Een concreet voorstel wordt uitgewerkt tegen 1 juli 2009.