Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2230

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 8 januari 2009

aan de minister van Buitenlandse Zaken

Burundi - Uitsluiten van parlementariërs - Opsluiten van een journalist - Gevolgen

Burundi
ontwikkelingshulp
samenwerkingsbeleid
afgevaardigde
beroep in de communicatiesector
arrestatie
Wereldbank
vrijheid van meningsuiting
armoede
verkiezing
politieke situatie

Chronologie

8/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
20/3/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2231

Vraag nr. 4-2230 d.d. 8 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Burundi werd een journalist opgesloten. Verder werden naar verluidt op ongrondwettelijke wijze tweeëntwintig parlementariërs uitgesloten van het Burundese Parlement. Betrokken land is momenteel een partnerland wat betreft ontwikkelingssamenwerking. Wij moeten zorgen dat de begrotingssteun aan Burundi ook daadwerkelijk terecht komt bij kwetsbare groepen. Ik maak tevens van de gelegenheid gebruik om te informeren naar het functioneren van het demobilisatie-, ontwapening- en re-integratieprogramma in Burundi.

Ik heb dan ook volgende vragen :

1) Wat is de reactie van de geachte minister op het opsluiten van betrokken journalist in Burundi en is dit de eerste maal dat journalisten worden opgesloten in Burundi onder de huidige regering ? Kan hij dit toelichten ? Is dit een geïsoleerd feit ?

2) Vindt hij de arrestatie van deze journalist getuigen van «de opbouw van een rechtsstaat» in Burundi ? Zo ja, kunt hij dit uitvoerig toelichten ? Zo neen, welke gevolgen verbindt hij hieraan ?

3) Kan hij bevestigen dat het Burundees constitutioneel Hof op 5 juni 2008 tweeëntwintig parlementariërs heeft uitgesloten van het Parlement ? Kan hij ingaan op de kritiek die door diverse rechtsspecialisten, waaronder Stef Vandeginste van de Universiteit van Antwerpen, op deze beslissing is geuit ? Deelt hij de opvatting dat deze gang van zaken door het Burundese Constitutionele Hof ongrondwettelijk is ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, welke conclusies verbindt hij hieraan ?

4) Kan hij aangeven welke gevolgen, nadat op 5 juni 2008 het Constitutioneel Hof tweeëntwintig parlementariërs op ongrondwettelijke wijze heeft uitgesloten van het Parlement, dit heeft op de ontwikkelingshulp in het algemeen en de begrotingshulp in het bijzonder ? Wordt deze hulp ingeperkt ?

5) Kan hij aangeven op welke wijze wordt gecontroleerd dat de door hem toegezegde middelen ook daadwerkelijk gebruikt worden door de Burundese overheid voor kwetsbare groepen ?

6) Hoeveel zal de steun van ons land aan Burundi bedragen in 2009 ? Zal de hulp worden gehandhaafd ? Zo ja, kan hij aangeven waarom hij van mening is dat de Burundese regering - mede in het licht van het bovenstaande - voldoende vooruitgang laat zien op het gebied van de hervormingsagenda en op het gebied van politieke stabiliteit ? Welke (concrete) resultaten zijn inmiddels geboekt ?

7) Kan hij toelichten waarom hij van mening is dat de gevoerde politieke dialoog met de Burundese overheid effectief is ? Kan hij tevens aangeven waarom hij van mening is dat zonder het geven van bijkomende begrotingssteun geen (effectieve) politieke dialoog zou kunnen worden gevoerd met de Burundese overheid ?

8) Kan hij aangeven of hij van mening is dat de Wereldbank voldoende en effectief toeziet op de financiële uitgaven van de Burundese commissie die belast is met het demobilisatie-, ontwapening- en re-integratieprogramma, de CNDRR (Comité national de démobilisation réinsertion et réinstallation) ? Zo ja, kan hij toelichten waarom hij dit vindt en daarbij in het bijzonder ingaan op het feit dat de Wereldbank (het Multi-Country Demobilisation and Reintegration Program, MDRP) op 24 september 2008 tijdens een donorconferentie beweerde niet op de hoogte te zijn (geweest) van fraude bij het CNDRR en op het auditrapport dat hierover op 16 juli 2008 is verschenen van de hand van de Burundese inspectiedienst «malversations secrétariat exécutif CNDRR» ? Zo neen, welke consequenties verbindt hij hieraan ?

9) Hebt hij reeds stappen ondernomen bij de Wereldbank teneinde opheldering over deze zaak te krijgen en om tevens te kijken hoe het MDRP effectiever ingevuld zou kunnen worden ? Is hij van mening dat het wenselijk is dat er een algemene evaluatie van het MDRP komt, bij voorkeur voordat aan de derde fase van het MDRP in Burundi wordt begonnen ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, welke stappen gaat hij hiervoor ondernemen en wanneer ?

10) Zo hij reeds stappen bij de Wereldbank heeft ondernomen, wat waren hiervan de tastbare resultaten en hoe beïnvloedt dit de verdere ontwikkelingshulp en in het bijzonder de begrotingshulp ?

11) Is hij, gezien de conclusies van het audit rapport, van mening dat het Demobilisatie, ontwapening- en re-integratieprogramma in Burundi voldoende functioneert ? Zo ja, kan hij dit toelichten en tevens aangeven welke partij in Burundi belast is met het re-integratieproject ? Zo neen, waar ligt dit volgens hem aan en welke conclusies verbindt hij hieraan ?

12) Kan hij, mede gezien de stijging van het aantal martelingen de afgelopen paar jaar door de Burundese politie, aangeven of hij van mening is dat de hervorming van de veiligheidssector effectief is ? Zo neen, welke stappen gaat ons land en de Europese Unie (EU) hieromtrent ondernemen ?

13) Kan hij aangeven welke concrete voorbereidingen en stappen door de Burundese overheid worden genomen om de geplande verkiezingen in 2010 eerlijk en transparant te laten verlopen ? Is er bijvoorbeeld al een onpartijdige kiescommissie geïnstalleerd ? Zo neen, wat is zijn oordeel hierover ?

Antwoord ontvangen op 20 maart 2009 :

Ik zou het geachte lid willen verwijzen naar het antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking (schriftelijke vraag nr. 4-2231).