Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2218

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 8 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Migranten en asielzoekers - Human Immunodeficiency Virus (HIV)-besmettingen - Onveilig vrijen - Preventie

asielzoeker
politiek asiel
migrant
illegale migratie
aids
voorkoming van ziekten

Chronologie

8/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
11/2/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2219
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2220

Vraag nr. 4-2218 d.d. 8 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op het Nederlandse tv-programma Netwerk van 2 december 2008 blijkt dat Human Immunodeficiency Virus (HIV)/Acquired Immune Deficiency Syndrome (AIDS) een groot probleem vormt binnen migrantengroepen (40 % van de HIV-patiënten zou migrant zijn en uit schaamte zou geen test worden gedaan en onveilig gevreeën worden).

Het lijkt aangewezen bijkomende maatregelen te treffen gezien de risico's voor de HIV-besmette patiënten, maar ook voor de volksgezondheid in het algemeen. Bepaalde risicogroepen zijn in de praktijk moeilijk te bereiken en hiervoor is extra inzet nodig.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de geachte minister :

1) Hoe reageert zij op de Nederlandse cijfers, waarin wordt aangegeven dat HIV/AIDS een groot probleem vormt binnen migrantengroepen ? Geldt dezelfde situatie in ons land ?

2) Wat vindt zij van het feit dat uit schaamte geen test wordt gedaan bij respectievelijk asielzoekers en migrantengroepen en onveilig wordt gevreeën ? Deelt zij de mening dat dit een gevaar vormt, niet alleen voor de HIV-besmette patiënten, maar voor de volksgezondheid in het algemeen ?

3) Welke concrete maatregelen gaat zij nemen om dit taboe binnen deze migrantengroepen en asielzoekers te doorbreken, en ervoor te zorgen dat meer mensen binnen deze groepen zich laten testen ? Welke acties worden opgezet in de asielcentra ? Kan zij gedetailleerd toelichten ?

4) Deelt zij de mening dat door het taboe op HIV-besmetting preventie en zorg bemoeilijkt worden ? Zo ja, van welke groepen is dit bekend, en welke concrete aanvullende maatregelen zijn genomen om deze groepen toch te bereiken ?

5) Kan zij toelichten welke budgetten zij heeft uitgetrokken om dit probleem aan te pakken en kan zij aangeven welke maatregelen heden reeds worden getroffen om de HIV patiënten binnen migrantengroepen en asielzoekers te bereiken ?

6) Deelt zij de mening dat groepen waarbij HIV besmetting een taboe is, extra kwetsbaar zijn in vergelijking met groepen patiënten waarbij dit minder het geval is, en die dus mondiger kunnen optreden ? Acht zij het denkbaar dat voor preventie voor deze laatste groepen meer middelen beschikbaar gesteld zijn en meer maatregelen genomen kunnen worden dan voor de eerstgenoemden ?

Antwoord ontvangen op 11 februari 2009 :

1) In 2007 werden 1 051 nieuwe diagnoses van infectie met het humaan immunodeficiëntievirus (HIV) bevestigd in België. 30,3 % van de gediagnosticeerde personen heeft de Belgische nationaliteit, en 41,7 % van de gevallen heeft een andere nationaliteit. Deze informatie is niet beschikbaar voor de andere gevallen (28 %).

Het aantal personen van Belgische nationaliteit onder de nieuw gediagnosticeerde gevallen is gestegen tussen 2005 en 2007 van 36,5 % naar 42,0 %.

2) Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

3) Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

4) Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

5) Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

6) Deze vraag valt onder de bevoegdheden van de gemeenschappen.