Question écrite n° 4-2210

de Christophe Collignon (PS) du 8 janvier 2009

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

SNCB - Trains aux heures de pointe - Manque de places assises

migration alternante
Société nationale des chemins de fer belges
transport de voyageurs

Chronologie

Question n° 4-2210 du 8 janvier 2009 : (Question posée en français)

Almaar meer pendelaars gebruiken het openbaar vervoer, vooral de trein, voor hun woon-werkverplaatsingen. Het beheerscontract van de NMBS-groep bevat op dat gebied trouwens zeer ambitieuze doelstellingen. Het contract voorziet immers in een verhoging van het aantal reizigers met 25%, terwijl het aantal beschikbare zitplaatsen slechts met 15% zou toenemen. Uit die cijfers kunnen we al afleiden dat er een nog groter tekort aan zitplaatsen zal komen.

Ik word vaak aangesproken door pendelaars die klagen over het chronische gebrek aan plaats in de piekuurtreinen, vooral in de treinen naar Brussel. Talrijke reizigers moeten de hele reis rechtstaan, soms zelfs in eerste klasse! Anderen overwegen om voortaan een vouwstoel mee te brengen zodat ze zeker kunnen zitten.

Ik ben van oordeel dat de NMBS, een overheidsbedrijf, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, in staat zou moeten zijn om elke reiziger een zitplaats aan te bieden.

Kunt u me zeggen hoeveel zitplaatsen er effectief beschikbaar zijn (afgezien van de geschrapte rijtuigen) tijdens de spitsuren in de week (van 7 tot 9 uur en van 17 tot 19 uur) en hoeveel reizigers er dagelijks gemiddeld op de tien grote lijnen in Brussel toekomen? Hoeveel zitplaatsen zijn er op dit ogenblik te kort in de piekuurtreinen en welke oplossingen heeft de NMBS daarvoor uitgewerkt?

Réponse reçue le 16 octobre 2009 :

Le nombre de voyageurs est effectivement, chaque année, en constante évolution.

En terme d’occupation, la Belgique présente une géographie particulière: le pays étant mono-centrique, un train qui passe par Bruxelles est très occupé avant Bruxelles et plus faiblement occupé après la traversée de Bruxelles. La moyenne d’occupation de ce train sera par conséquent assez faible.

Le nombre de places offertes dans l’ensemble des trains du service intérieur de la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) durant les pointes matinale (vers Bruxelles) et vespérale (au départ de Bruxelles), répartis par ligne, ainsi que le nombre total de places occupées (base : 1^er semestre 2009) sont les suivants :

Lorsque l’analyse est affinée, il ressort que certains trains sont structurellement suroccupés. Un groupe, au sein de la SNCB, est chargé de les détecter et de trouver les solutions les plus adéquates, en tenant compte des créneaux horaires, du matériel de train disponible, des contraintes matérielles (composition maximale, longueur de quai, réutilisation du matériel roulant, etc.).

En terme de places offertes, les efforts de la SNCB se portent donc naturellement sur le renforcement des trains aux heures et endroits les plus critiques en fonction de la mise en service du nouveau matériel roulant (commande de voitures M6 double étage et de locomotives, rénovation des voitures double étages M5 et des automotrices double AM140, etc.).

En outre, les 25 % d’augmentation de clientèle prévus ne nécessitent pas une augmentation proportionnelle du nombre de places offertes. En effet, le matériel est réutilisé plusieurs fois en cours de journée. De plus, des campagnes marketing sont mises en œuvre afin d’attirer plus de voyageurs durant les heures creuses.