Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2163

van Louis Ide (Onafhankelijke) d.d. 16 december 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

RIZIV - Huisartsen - Aantallen - Demografische gegevens

Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
dokter
algemene geneeskunde
geneeskundige noodhulp
officiële statistiek
bevolkingsstatistiek
geografische spreiding

Chronologie

16/12/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/1/2009)
5/1/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2373

Vraag nr. 4-2163 d.d. 16 december 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het Jaarverslag 2007 van het RIZIV wordt ook een hoofdstuk besteed aan het aantal huisartsen (blz. 67). Het wil nagaan hoeveel artsen als huisarts actief zijn en gebruikt hiervoor twee criteria :

- nagaan of de artsen beantwoorden aan de erkenningsvoorwaarden bepaald bij het ministerieel besluit van 21 februari 2006 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen en minimaal 500 patiëntencontacten bereiken per jaar ;

- raming maken van de voltijdse equivalenten op basis van de geregistreerde patiëntencontacten.

Op basis hiervan zijn er volgens de FOD Volksgezondheid 21 804 artsen die een kwalificatie hebben die hen toelaat de huisartsgeneeskunde uit te oefenen. In werkelijkheid ligt het cijfer lager. Het criterium van de 500 contacten in acht nemende, is het aantal actieve artsen 11 116. Samen met de 273 artsen in medische huizen maakt dit een totaal van 11 389 actieve artsen in de huisartsgeneeskunde (2005). 98 % van deze actieve artsen zijn erkende huisartsen (RIZIV-codes 003-004).

Vermits ik niet alle informatie terugvind die interessant is, had ik in deze context van de geachte minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen :

1. Kan de geachte minister het bovenstaande totaalcijfer opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel), en meteen ook de cijfers geven voor 2006 en 2007 ?

2. Kan zij de leeftijdspiramide geven van de actieve huisartsen en dit zowel voor België, Vlaanderen, Wallonië als Brussel (2005, 2006, 2007) ?

3. Kan zij de verhouding tussen mannen en vrouwen bij de actieve huisartsen geven en dit zowel voor België, Vlaanderen, Wallonië als Brussel (2005, 2006, 2007) ?

4. Kan zij voor de actieve huisartsen de verhouding geven van de soloartsen ten opzichte van de artsen in een groepspraktijk en dit zowel voor België, Vlaanderen, Wallonië als Brussel (2005, 2006, 2007) ?

5. Kan zij tabel 2 op bladzijde 69 van het jaarverslag 2007 van het RIZIV opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) ?

6. Worden poortartsen (die dus spoeddienst combineren met huisartsenpraktijk) meegeteld in de analyses van het RIZIV ?

7. Worden schoolartsen, artsen van Kind en Gezin, …, die dit werk combineren met een huisartsenpraktijk meegeteld in de analyses van het RIZIV ?