Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2082

van Miet Smet (CD&V) d.d. 28 november 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

FOD Financiën - Ambtenaren - Disponibiliteit

ministerie
ambtenaar
ziekteverzekering
ziekteverlof

Chronologie

28/11/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/1/2009)
5/1/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2266

Vraag nr. 4-2082 d.d. 28 november 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen regelt het ziekteverlof bij statutaire ambtenaren.

Hieronder ook de disponibliteitsregeling bij ziekte, waarbij ambtenaren van rechtswege in disponibiliteit worden geplaatst, indien hij of zij nog afwezig is wegens ziekte na het opgebruiken van het ziektekapitaal. De betrokkene heeft recht op een wachtvergoeding die 60 % bedraagt van de laatste activiteitswedde.

Er bestaat eveneens de mogelijkheid om zich door een arts van MEDEX te laten onderzoeken met het oog op erkenning van de ziekte als ernstig en langdurig. Indien de ziekte wordt erkend, dan wordt de wachtvergoeding van de betrokkene opgetrokken tot 100 % van de laatste activiteitswedde, wat een belangrijk verschil maakt voor de betrokkenen.

Indien de administratie niet het juiste bedrag als wachtvergoeding uitkeert, kan zij hier, binnen een termijn van vijf jaar, op terugkomen en het eventueel te veel betaalde bedrag terug vorderen van de betrokkene in kwestie.

Een probleem stelt zich natuurlijk wanneer de ambtenaren onvoldoende, onvolledig of laattijdig worden geïnformeerd over de status van hun ziektedagen en de mogelijkheid tot het erkennen van de ziekte als langdurig en ernstig. Zo ontstaat een situatie waarbij een ambtenaar na geruime tijd kan worden geconfronteerd met een vraag om aanzienlijke sommen terug te betalen, terwijl de ambtenaar in kwestie dacht in orde te zijn. Bovendien kan het terugvorderen van zulke sommen voor sommigen in deze situatie een groot probleem vormen en hun financieel in moeilijkheden brengen.

Ik had dan ook graag een antwoord gekregen op de volgende vragen :

Is deze problematiek gekend bij de geachte minister ?

Op welke manier en via welke kanalen worden ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën geïnformeerd over hun rechten en plichten inzake ziekteverlof en disponibiliteit ?

Beschikken de ambtenaren bij de FOD Financiën over een contactpersoon of trefpunt waar zij zelf terechtkunnen voor vragen inzake ziekteverlof en disponibiliteit ?

Heeft hij een idee van het aantal ambtenaren binnen de FOD Financiën die in disponibiliteit zijn gesteld en het aantal ambtenaren waarbij er teveel betaald loon dient gerecupereerd te worden ?

Waarom voorziet men in een dergelijk lange termijn om teveel betaald loon terug te vorderen en maakt men geen werk van een snellere opvolging van deze controles binnen de FOD Financiën ?

Beschikt hij over cijfergegevens over de tijd die verloopt tussen het in disponibiliteit stellen van de betrokkene en het eventueel terugvorderen van te veel betaald loon of wachtvergoedingen ?