Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1994

van Nahima Lanjri (CD&V) d.d. 17 november 2008

aan de minister van Migratie- en Asielbeleid

Gesloten centra - Opsluiting van kinderen - Stopzetting - Alternatieve maatregelen

asielzoeker
politiek asiel
rechten van het kind
gevangenisstraf
kind
illegale migratie
verwijdering
minderjarigheid
buitenlandse staatsburger

Chronologie

17/11/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/12/2008)
5/1/2009Dossier gesloten

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-459
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2698

Vraag nr. 4-1994 d.d. 17 november 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Er bestaat geen twijfel over dat kinderen niet thuis horen in gesloten centra. Verschillende rapporten wezen al op de nefaste gevolgen van een dergelijke opsluiting.

Het streefdoel moet dan ook in eerste instantie zijn om geen enkel kind op te sluiten. Van bij het begin moeten gezinnen met minderjarige kinderen begeleid worden, de mogelijkheid krijgen om in een eigen verblijfplaats te verblijven en moeten er duidelijke afspraken gemaakt worden. Slechts wanneer er manifeste of herhaaldelijke onwil bestaat om de afspraken na te leven en er een reëel risico bestaat dat men onderduikt, kan een verblijf op zeer korte termijn in een specifiek gezinsopvangcentrum als laatste redmiddel gebruikt worden. Hoe minder dit nodig is hoe beter.

Daarom diende ik een wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 74/9 in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, inzake het verbod op het opsluiten van kinderen in gesloten centra in (stuk Senaat nr. 4-729/1 - 2007/2008) dat mede ondertekend werd door cdH en PS om hier aan tegemoet te komen. Kort samengevat komt mijn wetsvoorstel neer op een alternatief voor de opsluiting van gezinnen met kinderen doordat een overeenkomst wordt afgesloten tussen de familie en dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) met daarin afspraken omtrent het terugkeermoment, verblijfplaats (eigen woning, bij vrienden of woning overheid), afspraken rond de meldingsplicht en vooral ook de toewijzing van een "coach" die deze gezinnen begeleid bij de voorbereiding van hun terugkeer. Dit geïnspireerd op het Zweedse en Australische model.

De geachte minister lanceerde midden september 2008 het bericht dat gezinnen met kinderen vanaf 1 oktober 2008 niet meer in gesloten asielcentra zullen opgesloten worden. Dit is uiteraard een positieve maatregel die alleen maar kan toegejuicht worden. Er bestaan evenwel nog heel veel onduidelijkheden over deze maatregel. Vandaar dat ik van de geachte minister graag een antwoord had gekregen op de volgende vragen:

Kan u uw voorstel toelichten ? Wat is de stand van zaken, hoeveel coaches zijn hiervoor aangeduid ? Welke voorbereidingen zijn nog lopende ? Kan u bevestigen dat deze maatregel tot gevolg heeft dat geen kinderen meer zullen worden opgesloten ?

Geldt deze maatregel voor alle gezinnen met minderjarige kinderen ? Of gaat het in eerste instantie over een proefproject ? Zo ja, hoeveel gezinnen worden daarmee bereikt en wat met de overige ? Wat met de zogenaamde Dublingevallen ?

Worden deze gezinnen altijd opgevangen in deze specifieke centra/woningen of krijgen zij de mogelijkheid in de eigen woning te blijven wonen ? Ik wil aandringen op dat laatste. Dit is vooral in het belang van het kind wanneer het bijvoorbeeld gaat om een vertrek dat nog niet onmiddellijk plaatsvindt maar pas later, bijvoorbeeld op het einde van een schooljaar. Dan is het belangrijk dat het kind naar de eigen school kan blijven gaan en in de vertrouwde omgeving blijft wonen. Bovendien kost dat de overheid minder. Dus beide moeten kunnen, zowel de eigen woning als woningen van de overheid, zoals ik ook aangaf in mijn wetsvoorstel.

Worden de coaches enkel aangewend met het oog op de verwijdering ? In dergelijk geval is het zeer moeilijk of onmogelijk om een vertrouwensband te creëren tussen de betrokkenen en de coaches.

Meent ze met deze maatregel tegemoet te komen aan de problematiek van de opsluiting van kinderen in gesloten centra ? Of ziet ze de opvang van de gezinnen in specifieke centra als een deel van de oplossing en wordt nog een integrale aanpak nagestreefd waarbij de intensieve begeleiding van de gezinnen van in het begin belangrijk is en waarbij de eventuele opsluiting in centra slechts uitzonderlijk, en in laatste instantie aan bod komt ?