Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1915

van Helga Stevens (Onafhankelijke) d.d. 28 oktober 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Attention-deficit hyperactivity disorder (ADHD) - Rilatine - Toename van het gebruik - Alternatieve behandelingsmethodes

geneesmiddel
ziekteverzekering
ziekte van het zenuwstelsel
farmaceutische industrie
geneeswijze
kind
jongere

Chronologie

28/10/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2008)
5/1/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2329

Vraag nr. 4-1915 d.d. 28 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Half oktober 2008 maakten diverse media melding van een alarmerende toename van het verbruik van het medicijn rilatine, dat aangewend wordt bij de behandeling van Attention-deficit hyperactivity disorder (ADHD). Recente cijfers van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) geven inderdaad aan dat het aantal dagdoses op enkele jaren tijd zo goed als verdubbeld is : van 1,8 miljoen dagdoses in 2005 naar drie miljoen dagdoses in 2007. Het aantal patiënten die dit medicijn gebruiken is in diezelfde periode gestegen van 16 000 naar 30 000.

Diverse professoren geneeskunde menen dat de verklaring voor de sterke toename van het rilatineverbruik ligt in het feit dat heel wat invloedrijke ADHD-experts banden hebben met de farmaceutische bedrijven die geneesmiddelen voor de behandeling van ADHD produceren. Deze banden nemen de vorm aan van wat in de wetenschappelijke wereld “ potentiële belangenconflicten “ genoemd worden : betaalde adviesfuncties, betaalde lezingen, betaalde aanwezigheid op conferenties en fondsen voor onafhankelijk onderzoek. Eenvoudig gesteld : de ADHD-experts in kwestie zouden het belang van geneesmiddelen zoals rilatine in de behandeling van ADHD systematisch overbeklemtonen en te pas en te onpas aanbevelen.

Het Britse National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE) heeft op het sterk stijgende verbruik van rilatine en verwante geneesmiddelen al gereageerd met nieuwe aanbevelingen inzake de behandeling van ADHD die het gebruik van dergelijke geneesmiddelen afraden. Alleen voor de kinderen en jongvolwassenen met een zeer zware vorm van ADHD wordt nog een behandeling aangeraden die deels het gebruik van geneesmiddelen zoals rilatine omvat. Als behandelingswijze voor de overgrote meerderheid van ADHD-patiënten worden opvoedkundige programma’s aanbevolen die de nadruk leggen op het aanbieden van structuur in de thuis- en schoolomgeving, op het trainen van concentratie en op het beter inspelen op niet-wenselijk gedrag.

Het lijkt me, de conclusies van het NICE overnemend, dat wanneer een aandoening perfect te behandelen is zonder geneesmiddelen te gebruiken, dit voor de patiënt hoe dan ook de beste optie is. Dit is des te meer het geval wanneer, zoals in het geval van ADHD, het gebruik van de geneesmiddelen die op de markt zijn allesbehalve zonder risico is. Zo heeft de Amerikaanse Food and Drugs Administration (FDA) er in februari 2007 nog op gewezen dat het gebruik van ADHD-medicatie, waaronder rilatine, ernstige risico’s kan inhouden op het vlak van cardiovasculaire en psychische aandoeningen.

In deze context had ik graag volgende vragen gesteld :

Wat is in de visie van de geachte minister de verklaring voor de quasi verdubbeling van het rilatineverbruik op drie jaar tijd ? Is zij eventueel bereid hieraan een studie te wijden ? Kan zij een timing geven ?

Wat is haar reactie op de bevindingen van het Britse NICE ?

Welke maatregelen is zij bereid te nemen om de behandeling van ADHD via geneesmiddelen terug te dringen ten voordele van een behandeling via opvoedkundige programma’s ? Kan zij een timing geven ?

Bestaan er vandaag reeds dergelijke, specifieke opvoedkundige programma’s voor kinderen met ADHD en hun ouders ?

Welk algemeen beleid voert zij met betrekking tot de belangenconflicten die bestaan tussen farmaceutische bedrijven en medische experts die verondersteld worden onafhankelijk onderzoek te doen en objectieve aanbevelingen te doen op het vlak van medische behandelingen ?