Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1806

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 16 oktober 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen

Pakistaanse inlichtingendienst - Training Taliban - Financiering - Staatsveiligheid

terrorisme
geheime dienst
Pakistan
Afghanistan
religieus conservatisme

Chronologie

16/10/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 20/11/2008)
19/12/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1807
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1808

Vraag nr. 4-1806 d.d. 16 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik heb enkele vragen naar aanleiding van een bericht (Associated Press, 2 oktober 2008) over een uitgelekt rapport van het Spaanse ministerie van Defensie, waarin gesteld wordt dat de Pakistaanse inlichtingendienst ISI de Taliban heeft helpen bewapenen voor moordaanslagen op de Afghaanse regering. Er zouden tevens trainingskampen worden gedoogd door de ISI in Pakistan en dit zeker tot 2005.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd :

Hoe reageert de geachte minister op het uitgelekte rapport en stemt deze informatie overeen met de informatie die door zijn diensten werden bekomen alsook met de informatie op het terrein ? Kan hij dit toelichten ?

Heeft hij hieromtrent reeds overleg gehad met de Pakistaanse overheid en kan hij hun standpunt weergeven ? Kan hij dit uitvoerig toelichten ?

Heeft hij hieromtrent reeds overleg gehad met de Afghaanse overheid en kan hij hun standpunt weergeven ? Kan hij dit uitvoerig toelichten ?

Kan hij aangeven welke implicaties dit heeft op de veiligheid van onze troepen in Afghanistan ?

Vreest hij geen escalatie van het geweld naar Pakistan toe ? Ik verwijs naar recente beschietingen aan de Pakistaanse grens van Amerikaanse helikopters en dit op het Pakistaanse grondgebied ?

Welke andere stappen acht hij opportuun ?

Kan hij uitvoerig toelichten of Staatsveiligheid deze informatie onderschrijft ? Zo neen, waarom niet ?

Antwoord ontvangen op 19 december 2008 :

1. Als defensieve inlichtingendienst behoort het niet tot de bevoegdheden van de Veiligheid van de Staat om informatie te vergaren op het terrein, daar het in casu gaat om Afghanistan en Pakistan.

Wel is het zo dat in de internationale media alsook in verschillende internationale publicaties regelmatig melding wordt gemaakt over wat Angelsaksische auteurs aanduiden als “rogue elements” binnen de Pakistaanse ISI die logistieke, financiële en militaire steun hebben verleend aan de Afghaanse Taliban. Deze steun stopte alleszins niet met de inval van de coalitietroepen in Afghanistan. Wel dient hierbij opgemerkt te worden dat de meeste experts ter zake niet met zekerheid durven stellen dat ook het opperste commando van de dienst bij deze acties betrokken zou zijn. Mogelijk gaat het dus om min of meer onafhankelijk agerende divisies binnen ISI.

2. Deze parlementaire vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Buitenlandse Zaken.

3. Deze parlementaire vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Buitenlandse Zaken.

4. Deze parlementaire vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Landsverdediging.

5. De Veiligheid van de Staat dient zich hier opnieuw te beroepen op de internationale media en andere publicaties. Deze vermelden steevast dat de Federally Administered Tribal Areas in noordwest Pakistan een “safe haven” zijn voor gevluchte strijders van zowel Al Qaeda als de Taliban. Een vrees voor de escalatie van het geweld naar Pakistan toe is dus zeker gerechtvaardigd. De FATA, een regio waarop de centrale regering in Islamabad amper vat heeft, is op dit moment al enorm onrustig en wordt op zeer regelmatige basis getroffen door bloedige aanslagen. De meeste experts zijn het er dan ook over eens dat Pakistan de grootste kans maakt om de volgende broeihaard van exponentieel geweld te worden.

6. De Veiligheid van de Staat acht zich niet bevoegd een antwoord te formuleren op deze vraag.

7. Zoals reeds gesteld kan de Veiligheid van de Staat, als defensieve dienst, geen informatie inwinnen op het terrein. Deze dienst is voor inlichtingen hieromtrent volledig afhankelijk van de zogenaamde “open bronnen” alsook van informatie van haar zusterdiensten. Op basis van de summiere informatie waarover deze dienst kan beschikken, kan zij onderschrijven dat althans leden of divisies van de Pakistaanse ISI in het verleden verregaande steun hebben verleend aan de Afghaanse Taliban. Of dit actueel nog steeds het geval is en op welke concrete manier deze steun verloopt, is een vraag die deze dienst uiteraard niet kan beantwoorden. Dat er trainingskampen bestaan in Pakistan wordt door de meeste internationale bronnen bevestigd, vooral dan in de FATA, waar, zoals gezegd, er haast geen sprake is van staatscontrole. De Tribal Areas zijn volledig in handen van “warlords” die zichzelf financieren via de opiumteelt en smokkel op grote schaal. Op die manier blijven de FATA een van de meest onrustige regio’s ter wereld, waar de kans op buitenproportioneel geweld groot is. De vrees voor een escalatie van het geweld naar Pakistan toe is dus alleszins gerechtvaardigd.