Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1783

van Patrik Vankrunkelsven (Open Vld) d.d. 9 oktober 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

RIZIV - Sartanen - Terugbetaling - Regelgeving (Behandeling van hypertensie en ook decompensatie)

Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
ziekteverzekering
kosten voor gezondheidszorg
hart- en vaatziekte
geneesmiddel
remgeld

Chronologie

9/10/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 13/11/2008)
16/12/2008Antwoord

Vraag nr. 4-1783 d.d. 9 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sartanen worden gebruikt in de behandeling van hypertensie en ook decompensatie. Gezien de kostprijs zijn ze onderhevig aan een voorafgaande goedkeuring door de adviserende geneesheer. Deze situatie leidt tot een aantal problemen :

1) De producenten van sartanen verdelen voorafgedrukte briefjes waarop staat dat - wat arteriële hypertensie betreft - de patiënt in aanmerking komt indien de huidige therapie een onvoldoende bloeddrukverlagend effect heeft of onaanvaardbare nevenwerkingen vertoont. Als de arts dit aankruist, is de adviserende geneesheer niet akkoord omdat in het koninklijk besluit 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten staat dat geneesmiddelen (in het meervoud) moeten genomen zijn. Om dit probleem op te lossen, ware het opportuun dat de geachte minister aan de firma's, die sartanen produceren, een schrijven zou richten met de vraag om de correcte voorwaarden van het koninklijk besluit te vermelden op hun formulieren.

2) Het hierboven vermelde koninklijk besluit bevat een hiaat : volgens het koninklijk besluit is het perfect mogelijk om een sartaan voor te schrijven op het moment dat men twee geneesmiddelen heeft gebruikt, bijvoorbeeld een diëreticum en een bètablokker, daar waar dan eigenlijk in de eerste lijn een goedkopere ace-inhibitor zou moeten worden geprobeerd. Aan de andere kant mag volgens de letter van dit koninklijk besluit een patiënt, die omwille van duidelijke medische indicaties, een ace-inhibitor behoeft (weze het een diabetespatiënt of een patiënt met een combinatie van arteriële hypertensie en decompensatie) en deze niet verdraagt omwille van nevenwerkingen, zoals bijvoorbeeld een persisterende prikkelhoest, niet overschakelen op sartanen omdat strikt genomen het nemen van één antihypertensivum niet voldoende is om met een sartaan te starten.

Dit laatste euvel zou kunnen weggenomen worden door in het koninklijk besluit te specificeren dat nevenwerkingen op ace-inhibitoren een goed argument zijn om sartanen te starten.

Om het dossier betreffende sartanen nog eenvoudiger te maken en tegelijkertijd veel strenger, zou men kunnen stellen dat sartanen enkel kunnen worden voorgeschreven op het moment dat een patiënt een ace-inhibitor niet verdraagt of dat de behandeling om één of andere reden inadequaat is. Met andere woorden lijkt een verplichte passage via een ace-inhibitor aangewezen.

Wat is de mening van de geachte minister over dit probleem ?

Antwoord ontvangen op 16 december 2008 :

Op basis van de meest recente Europese richtlijnen (Journal of Hypertension, 2007, volume 25, nr. 6) komen de volgende majeure klassen van geneesmiddelen, in monotherapie of in associatie, in aanmerking als eerstelijnstherapie van arteriële hypertensie: thiazide-diuretica, betablokkers, calciumantagonisten, inhibitoren van het angiotensineconversie-enzym (ACE-inhibitoren) en angiotensine II receptorantagonisten (sartanen). Al deze klassen zijn geschikt voor de start en het onderhoud van de behandeling. De keuze hangt af van een aantal factoren: het cardiovasculaire risicoprofiel, de aanwezigheid van orgaanbeschadiging, diabetes en geassocieerde cardiovasculaire of renale pathologie, contra-indicaties voor het gebruik van bepaalde klassen.

De sartanen zijn antagonisten ter hoogte van de angiotensine AT1-receptor. Hun hemodynamische effecten zijn vergelijkbaar met deze van de ACE-inhibitoren. Er is groeiende evidentie dat hun doeltreffendheid voor de meeste indicaties dezelfde is als deze van de ACE-inhibitoren.

De indicaties van sartanen zijn (Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium, 2008):

In het kader van arteriële hypertensie, worden sartanen in België als tweedelijnstherapie terugbetaald gezien hun kostprijs: “De specialiteit wordt terugbetaald als ze wordt gebruikt voor de behandeling van de personen met arteriële hypertensie waarvan de behandeling met de klassieke middelen geen gunstig gevolg heeft gehad of die in die voorwaarden onaanvaardbare nevenwerkingen voor gevolg hadden”.

In de huidige reglementering is de terugbetaling van een sartaan slechts toegestaan na het gebruik van minstens twee klassieke antihypertensiva. Daarenboven vermeldt de reglementering niet welke de klassen van geneesmiddelen zijn die als klassiek worden beschouwd. Bijgevolg lijkt het me werkelijk opportuun om aan de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen de herziening van de vergoedingsvoorwaarden van de sartanen te vragen en, eventueel, om de overschakeling naar een ACE-inhibitor te verplichten overeenkomstig de aanbevelingen van het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.