Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1708

van Els Van Hoof (CD&V N-VA) d.d. 2 oktober 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Diversiteit - Kansengroepen - Evenredige vertegenwoordiging

gelijke behandeling van man en vrouw
gehandicapte
werknemer met een beperking
overheidsapparaat
buitenlandse staatsburger
officiële statistiek
ministerie
sociale integratie
gendermainstreaming

Chronologie

2/10/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/11/2008)
16/12/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1706
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1707
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1709
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1710
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1711
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1712
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1713
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1714
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1715
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1716
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1717
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1718
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1719
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1720
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1721
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1722
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1723
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1724
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1725
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1726
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1727

Vraag nr. 4-1708 d.d. 2 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het Actieplan 2005-2007 voor het bevorderen van de diversiteit heeft de federale overheid ervoor gekozen om zich in eerste instantie toe te spitsen op drie aspecten van diversiteit :

- de bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen ;

- tewerkstelling van mensen met een handicap ;

- de integratie van personen met een vreemde afkomst in het openbaar ambt.

Graag had ik vernomen hoeveel personen uit de doelgroep werkzaam zijn binnen de FOD's en de POD's onder uw bevoegdheid, voor elk van de drie doelgroepen (vrouwen, mensen met een handicap en personen met een vreemde afkomst) afzonderlijk en telkens zowel in absolute cijfers als procentueel :

1. in globo ;

2. per niveau :

- mandaathouders ;

- niveau A ;

- niveau B ;

- niveau C ;

- niveau D.

Antwoord ontvangen op 16 december 2008 :

A. In antwoord op uw vraag vindt u hier de cijfers voor de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

1. Wat de verdeling Mannen – Vrouwen betreft

Voor de FOD Volksgezondheid

FOD Volksgezondheid


Vrouw

%

Man

%

Totaal

Niv. A

280

46.82%

318

53.18%

598

Niv. B

84

57.93%

61

42.07%

145

Niv. C

194

67.36%

94

32.64%

288

Niv. D

211

77.86%

60

22.14%

271

Manag.

0

0.00%

6

100%

6

Totaal

769

58.79%

539

41.21%

1308

Voor de Wetenschappelijke Instellingen (WIV-Pasteur)

Wetenschappelijke Instellingen


Vrouw

%

Man

%

Totaal

Niv. A

59

54.13%

50

45.87%

109

Niv. B

24

57.14%

18

42.86%

42

Niv. C

21

52.50%

19

47.50%

40

Niv. D

50

64.10%

28

35.90%

78

Manag.

0

0.00%

1

100%

1

Totaal

154

57.04%

116

42.96%

270

2. Wat de personen met een handicap betreft

Zesentwintig medewerkers hebben zich spontaan opgegeven als persoon met een handicap zoals omschreven in de desbetreffende koninklijke besluiten. Sommigen zijn via Selor aangeworven als “persoon met een handicap” en anderen niet. Dit aantal komt overeen met 1,98% van ons personeelsbestand. Al deze personen werken voor de FOD. Momenteel werken er geen personen met een handicap bij het WIV. Het is onze doelstelling voor 2009 om minstens nog tien extra mensen met een handicap aan te werven.

3. Wat allochtonen en autochtonen betreft

Wat de afkomst van medewerkers betreft, bestaat er bij de federale administratie (in tegenstelling tot bij de Vlaamse Gemeenschap) geen ‘officiële’ gemeenschappelijke definitie noch een monitoringsysteem waarmee men kan uitmaken hoeveel personen van vreemde origine er voor de FOD werken. Gegevens over afkomst verzamelen is bovendien een gevoelig onderwerp, waarbij men voorzichtig te werk moet gaan.

Een werkgroep waarin de vier gewestelijke diensten voor tewerkstelling (VDAB, BGDA/ORBEM, FOREM, ADG), het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en de wetenschappers Albert Martens en Andréa Réa zetelen, heeft een verdergaande reflectie over het thema van een sociaaleconomische monitoring op nationale schaal mogelijk gemaakt. In afwachting van de resultaten van deze debatten en dus van een gemeenschappelijke definitie beschikt de federale administratie momenteel niet over een eigen definitie en dus ook niet over een monitoringsysteem. De FOD Volksgezondheid schaart zich dus achter deze stellingname en wacht, net als de anderen FOD’s, op een eigen definitie en een monitoringsysteem waarmee het privéleven van haar medewerkers beschermd kan worden.

B. De cijfers voor de FOD Sociale Zekerheid.

Op 1 oktober 2008 werken er in de FOD Sociale Zekerheid 1 235 personen, namelijk 525 mannen en 710 vrouwen of 42,50 % mannen en 57,50% vrouwen.

Bij de FOD Sociale Zekerheid zijn er 10 personen met een handicap tewerkgesteld ter uitvoering van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen. Dit is 0,81 % van het personeelsbestand.

Buiten deze personen zijn er ook nog andere personen met een handicap werkzaam bij de FOD. Er zijn thans geen gegevens beschikbaar inzake de grootte van deze groep.

Het is evenmin mogelijk om het aantal personen met een vreemde afkomst die tewerkgesteld zijn bij de FOD Sociale Zekerheid, te kwantificeren.

Hieronder vindt u per geslacht en per niveau een overzicht in absolute cijfers en procentueel van het aantal personeelsleden van de FOD Sociale Zekerheid:

- mandaathouders: 5 mannen en 3 vrouwen of 62,5 % mannen en 37,5 % vrouwen;

- niveau A: 171 mannen en 130 vrouwen of 56,8 % mannen en 43,2 % vrouwen;

- niveau B: 145 mannen en 148 vrouwen of 49,5 % mannen en 50,5 % vrouwen;

- niveau C: 148 mannen en 279 vrouwen of 34,7 % mannen en 65,3 % vrouwen;

- niveau D: 56 mannen en 150 vrouwen of 27,2 % mannen en 72,8 % vrouwen.

Hieronder vindt u per niveau een overzicht in absolute cijfers en procentueel van het aantal personen met een handicap die werkzaam zijn bij de FOD Sociale Zekerheid:

- mandaathouders: 0

- niveau A: 1 of 0,33% van niveau A;

- niveau B: 0 ;

- niveau C: 3 of 0,7 % van niveau C;

- niveau D: 6 of 2,9 % van niveau D.