Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1660

van Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro) d.d. 26 september 2008

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Overheidsbedrijven - Gunningen - Belangenconflicten

overheidsbedrijf
Proximus
ondernemingsdirecteur
openbare aanbesteding
belangenconflict
overheidsopdrachten

Chronologie

26/9/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 30/10/2008)
10/11/2008Antwoord

Vraag nr. 4-1660 d.d. 26 september 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Raad van bestuur van Belgacom bestelde een rapport over het functioneren van de CEO van Belgacom bij een human ressource consultancybedrijf waarvan de zaakvoerder in zijn andere hoedanigheid van voorzitter van de Profliga over het voetbaltelevisiecontract met Belgacom onderhandelde. Hier kon duidelijk een belangenconflict zijn.

Ik vernam dan ook graag van de geachte minister welke maatregelen er genomen worden om in het vervolg dergelijke potentiële belangenconflicten bij bestellingen door overheidsbedrijven te vermijden ?

Antwoord ontvangen op 10 november 2008 :

Het Audit- en Toezichtscomité van de Raad van bestuur van Belgacom heeft in zijn vergadering van 24 juli 2008 vastgesteld dat omwille van het feit dat de heer De Witte, chief executive officer (CEO) van Hudson België, ook voorzitter is van de Profliga, er een mogelijk belangenconflict kon bestaan in hoofde van Hudson over de opdracht met betrekking tot het bijstaan van de Raad van bestuur inzake het formuleren van het advies met betrekking tot de verlenging van het mandaat van de gedelegeerd bestuurder.

De voorzitter van het Comité heeft vastgesteld dat, indien er in dit dossier een belangenconflict was, dit geen invloed heeft gehad. De heer De Witte heeft niet persoonlijk deelgenomen aan de adviesopdracht.

Indien er een belangenconflict was had dit in de eerste plaats door Hudson zelf moeten worden gesignaleerd voor het aanvaarden van de consultancyopdracht van de Raad van bestuur.
Niettemin heeft de Raad van Bestuur besloten om voor alle toekomstige opdrachten formeel vast te stellen dat de adviseurs geen belangenconflict hebben.

Tot slot was de opdracht van Hudson beperkt tot het acteren van de meningen van de individuele bestuurders, zonder dat Hudson zelf een advies heeft uitgebracht over de grond van de zaak.