Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1630

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 23 september 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen

Statuut arbeider en bediende - Harmonisatie - Eenheidsstatuut

arbeider
werknemer
harmonisatie van de sociale zekerheid
personeelsstatuut
arbeidscontract
arbeidsrecht

Chronologie

23/9/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 23/10/2008)
5/1/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2471

Vraag nr. 4-1630 d.d. 23 september 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Zoals de geachte minister weet heb ik samen met Senator Paul Wille een voorstel ingediend om de regering te verplichten een einde te maken aan de archaïsche tweedeling tussen arbeiders en bedienden als de sociale partners nog langer blijven stilzitten. Deze tweedeling is immers uiterst nefast voor onze werkgelegenheid en uit zich ook door een toenemend aantal knelpuntberoepen, een hardnekkige groep werklozen en een totaal gebrek aan mobiliteit. Arbeiders hebben het immers bijzonder moeilijk om door te stoten tot het management en om promotie te maken.

Dit dossier kent een te lange voorgeschiedenis. Op het interprofessioneel overleg van 2001-2002 bereikten de sociale partners een akkoord om tegen einde 2001 in de Nationale Arbeidsraad een rapport over het eenheidsstatuut uit te brengen. Na een periode van vijf jaar, dus tegen einde 2006, zou het eenheidsstatuut een realiteit zijn.

Inmiddels is het zonneklaar dat de sociale partners in dit dossier geen vooruitgang maken. Keer op keer worden de afspraken niet nageleefd. Zo werd in het interprofessioneel akkoord 2005-2006, dat door de toenmalige regering werd overgenomen, bepaald dat een bijzondere commissie bij de Nationale Arbeidsraad vóór einde 2005 conclusies zou indienen. De voorganger van de geachte minister kon zich vervolgens in duizenden bochten wringen om telkenmale een nieuwe reden te vinden waarom zelfs tussentijdse conclusies niet konden worden vrijgegeven. Dit dossier is te belangrijk om nog langer in de ijskast te laten zitten, het kost immers jobs en in de huidige economische conjunctuur is dit misdadig.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd :

1) Kan de geachte minister aangeven hoe zij als beleidsmaker staat ten opzichte van de zware discriminatie en tweedeling die heden op de arbeidsmarkt bestaat wat betreft de statuten van arbeiders en bedienden ? Kan zij dit uitvoerig toelichten ?

2) Heeft zij na twee jaar vertraging de - al of niet tussentijdse - conclusies van de commissie, de zogenaamde Groep van tien, eindelijk ontvangen ?

Zo ja, wat zijn de belangrijkste krijtlijnen van de conclusies ? Tegen wanneer worden de discriminatie en de tweedeling op de arbeidsmarkt weggewerkt en welke maatregelen bepleit de commissie ?

Zo neen, wat zijn de oorzaken van deze zoveelste vertraging en tegen wanneer kunnen we de conclusies verwachten ?

3) Heeft zij hieromtrent andere documenten ontvangen van de groep van tien zoals een tussentijds verlag of een tijdslijn ? Zo ja, kan zij dit toelichten ? Zo neen, acht zij dit normaal ?

4) Kan zij expliciet en uitvoerig de diverse concrete suggesties van de werkgroep doorlopen ? Ik denk onder meer aan de motiveringsplicht bij ontslag en het aftoppen van de hoogste opzegtermijnen  ? Welk denkspoor acht zij haalbaar ?

5) Welke schuchtere stappen richting harmonisatie van de statuten zijn reeds verworven bij de sociale partners ? Kan zij aangeven wat zij hieromtrent van de groep van tien heeft vernomen en wat voor haar het minimum minimorum is ?

6) Heeft zij reeds indicaties ontvangen over de concrete stappen die de groep van tien wenst te doen om de statuten verder te harmoniseren ? Over welke concrete punten groeit er een consensus ?

7) Is zij het met me eens dat de sociale partners eindelijk eens hun ei moeten leggen gezien de zware kostprijs voor onze samenleving van hun stilzitten ? Hoeveel tijd gunt zij de groep van tien nog om in dit dossier concrete en definitief verworven vooruitgang te boeken ?

8) Kan zij aangeven wat hieromtrent in het regeerakkoord staat en wat er in haar beleidsplan staat ?

9) Wat is haar absolute deadline voor de sociale partners om de resultaten voor te leggen ? Mocht zij geen deadline opleggen, gelieve toe te lichten waarom zij meer kan vertrouwen op kansen op succes dan uw voorgangers ? Heeft zij hieromtrent staalharde garanties bekomen ? Zo ja, de welke ?