Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-130

van Louis Ide (CD&V N-VA) d.d. 14 januari 2008

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Invaliditeit - Progressieve tewerkstelling - Uitkeringsaanvulling

ziekteverzekering
arbeidsongeschiktheid
invaliditeitsverzekering
deeltijdarbeid

Chronologie

14/1/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2008)
11/2/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-90

Vraag nr. 4-130 d.d. 14 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze vraag handelt over mensen die na één jaar arbeidsongeschiktheid overstappen naar de invaliditeit in het kader van de ziekteverzekering. Bij deze mensen zijn er na verloop van tijd ook mensen die opnieuw op de arbeidsmarkt komen, meestal halftijds en uiteraard na de goedkeuring van de Geneeskundige raad voor Invaliditeit (GRI) op basis van een voorbereidend dossier van de adviserend geneesheer. Deze mensen krijgen voor de werkprestaties een halftijds loon. Via een attest van de werkgever krijgen ze een ziekte-uitkeringsaanvulling via het ziekenfonds.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel mensen vallen onder deze regeling?

2. Hoeveel mensen vallen in Vlaanderen onder deze regeling?

3. Hoeveel mensen vallen in Wallonië onder deze regeling?

4. Hoeveel mensen vallen in Brussel onder deze regeling?

5. De uitkeringsaanvulling is gebaseerd op het loon. Iemand die progressief wordt tewerkgesteld kan nooit meer verdienen. Wat erbij komt aan de ene kant (loon), gaat eraf aan de andere kant (invaliditeitsuitkering). Aangezien de indexering van het loon sneller gaat dan de indexering van de aanvulling, vermindert de uitkering sneller en vermindert bijgevolg ook de koopkracht van deze mensen. Wat kan hier aan gedaan worden?

6. Het systeem van progressieve tewerkstelling is in leven geroepen om mensen opnieuw voltijds te integreren op de arbeidsmarkt. Sommigen komen echter om gezondheidsreden niet meer in aanmerking voor voltijdse arbeid. Is het niet mogelijk om voor deze mensen een apart systeem te creëren?

7. Bij progressieve tewerkstelling wordt ook verlof opgenomen bij de werkgever. De werknemer neemt halve dagen verlof. Tijdens deze verlofdagen wordt evenwel geen invaliditeitsuitkering voorzien. Bijgevolg krijgt de werknemer tijdens deze verlofperiode enkel een loon voor de halftijdse arbeid en wordt dit niet aangevuld met een uitkering. Hierdoor verliezen deze mensen bijna een volledige maand (20 dagen) aan uitkeringen. Wordt er een systeem voorzien om de betrokkenen op de een of andere manier te compenseren?

Antwoord ontvangen op 11 februari 2008 :

1 tot 4. Het aantal gerechtigden dat met toestemming van de adviserend geneesheer een activiteit heeft hervat (artikel 100, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994) bedraagt op 31 december 2006 per regio :

— Brussel : 899;

— Vlaanderen : 10 451;

— Wallonië : 4 007;

— Onbekend : 61;

— Totaal : 15 418.

5. De uitkering van een arbeidsongeschikt erkende persoon wordt berekend op basis van het loon dat de betrokkene verdient bij de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid.

Wanneer de gerechtigde een inkomen verdient uit de toegelaten activiteit, wordt dit volgens de cumulatiebepaling van artikel 230 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, (gedeeltelijk) aangerekend op het bedrag van zijn uitkeringen. Deze bepaling werd aangepast met het oog op een beter aanrekeningsmechanisme :

a) het bedrag van de sociale zekerheidsbijdragen als werknemer wordt niet meer in aanmerking genomen als een inkomen;

b) op de overschrijding door het dagbedrag van het beroepsinkomen van opeenvolgende schijven van 10,41 euro wordt een verschillend percentage toegepast om de vermindering te berekenen :

— eerste schijf van 10,41 euro : 0 %;

— tweede schijf van 10,41 euro : 25 %;

— derde schijf van 10,41 euro : 50 %;

— vierde schijf : hoger dan het totaal van de vorige schijven : 75 %.

Het bedrag van de inkomensschijf wordt geïndexeerd zoals de uitkeringen.

6. Hoewel een progressieve werkhervatting kan leiden tot een voltijdse integratie van de betrokkene op de arbeidsmarkt, is dit geen vereiste om een toegelaten activiteit te kunnen hervatten. Een hervatting is mogelijk wanneer de betrokkene vanuit medisch oogpunt nog een vermindering van zijn vermogen behoudt van 50 % en de activiteit verenigbaar is met zijn gezondheidstoestand. Een gerechtigde kan ook een activiteit hervatten als vrijwilliger of een onbezoldigde activiteit.

7. Vóór 1 januari 2006 werden de uitkeringen geweigerd voor de vakantiedagen voortvloeiend uit de toegelaten activiteit. Wanneer de betrokkene echter een beperkte activiteit uitoefende, stond de weigering van de uitkeringen (berekend op het loon bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid) voor deze dagen niet in verhouding tot het bedrag aan vakantiegeld voor die dagen (vakantiegeld op basis van het deeltijds loon).

Vanaf 1 januari 2006 werd de weigeringsregel vervangen door een nieuwe bepaling. Voor de invalide gerechtigde die een toegelaten activiteit hervat heeft, wordt voor de vakantiedagen het bedrag van de uitkering waarop hij recht zou hebben indien hij geen toegelaten activiteit hervat had, verminderd met de dubbele waarde van het beroepsinkomen van die maand, in werkdagen gewaardeerd, zonder toepassing van de inkomensschijven.