Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1260

van Bart Martens (sp.a+Vl.Pro) d.d. 23 juli 2008

aan de minister van Klimaat en Energie

Fonds voor lekkende stookolietanks - Oprichting

stookolie
bodemverontreiniging
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
zuivering
verwarming
begrotingsfonds

Chronologie

23/7/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/8/2008)
20/10/2008Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-418

Vraag nr. 4-1260 d.d. 23 juli 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Particuliere bezitters die een ondergrondse stookolietank bezitten zijn aansprakelijk voor eventuele bodemverontreiniging. Door deze verplichte sanering bestaat de kans dat particulieren in zware financiële problemen komen bij een onvrijwillige lek van de stookolietank. Om dit te vermijden, worden er al sinds 2000 pogingen ondernomen om in navolging van BOFAS (het Bodemsaneringsfonds voor benzinestations), een Bodemsaneringsfonds voor stookolietanks op te richten. Dit Fonds, dat gespijsd wordt door alle mazoutgebruikers, moet de saneringskosten op zich nemen die niet door de verzekering worden gedekt.

Op 20 mei 2005 hebben de federale minister van Energie en zijn collega’s van Leefmilieu van de gewestregeringen een protocol ondertekend ter oprichting van dit Fonds. Concreet is het de bedoeling om een dergelijk “Mazoutfonds”, via een samenwerkingsovereenkomst tussen de federale overheid, de gewesten en de petroleumsector te operationaliseren. Dit samenwerkingsakkoord moet de juridische onderbouw aan dit Fonds geven. Alhoewel ernaar gestreefd werd om dit fonds reeds te operationaliseren tegen begin 2006, is dit Mazoutfonds echter nog steeds dode letter.

De reden hiervoor zou onder andere liggen in het feit dat het Brusselse Gewest het betreffende samenwerkingsakkoord niet wil ondertekenen. Momenteel is namelijk de bindende voorwaarde opgenomen dat, wie gebruik wil maken van het Fonds, zich voor twintig jaar verbindt om op stookolie te blijven verwarmen. Indien men in die periode van twintig jaar toch zou overstappen naar een andere energie dan zal men, in verhouding tot het aantal jaren dat men niet heeft bijgedragen, dat gedeelte van de gefinancierde kosten zelf moeten dragen. Het Brusselse Gewest zou het dus niet eens zijn met deze regeling.

Lijkt het u niet oneerlijk dat mensen die te maken hebben met een lekkende stookolietank, en dus een negatieve ervaring hebben met deze brandstof, verplicht zouden worden om blijvend met stookolie te verwarmen indien ze in aanmerking willen komen voor een tussenkomst van het Mazoutfonds? Dit lijkt me moeilijk te verantwoorden, temeer omdat stookolie een meer milieuvervuilende brandstof is dan aardgas.

Klopt het dat het Brusselse Gewest deze samenwerkingsovereenkomst niet wil ondertekenen omwille van deze verplichting om blijvend met stookolie te verwarmen?

Bent u bereid om het initiatief te nemen om de verschillende partners terug rond de tafel te roepen om tot een nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor het Mazoutfonds te komen? Bent u bereid om hierbij een regeling uit te werken zodat mensen die op aardgas willen overstappen toch van een tussenkomst van dit Fonds kunnen genieten?

Antwoord ontvangen op 20 oktober 2008 :

In antwoord op de vragen van het geachte lid, heb ik de eer hem het volgende ter kennis te brengen:

Dit dossier ligt inderdaad sinds 2000 op de onderhandelingstafel van de federale en gewestelijke overheden en heeft helaas nog niet tot een nieuw fonds geleid.

Dankzij de “Lente van het leefmilieu” staat dit dossier in het najaar terug op de agenda.

Ik heb bij mijn administratie een stand van zaken van het dossier opgevraagd en op basis daarvan zal ik de onderhandelingen terug starten. Er bestaat reeds een ontwerp van samenwerkings-akkoord en in de programma-overeenkomst is voorzien dat er een bijdrage kan geactiveerd worden ter financiering van een dergelijk fonds.

Persoonlijk ben ik van mening dat een dergelijk fonds zo snel mogelijk dient opgericht te worden. Het tankenpark in België wordt ouder en zonder een actief beheer ervan worden de milieurisico’s te groot. De financiële gevolgen voor personen die geconfronteerd worden met vervuiling door lekkende tanks zijn evenmin te onderschatten. Bijna alle elementen zijn mijns inzien aanwezig om spoedig tot een akkoord tussen alle regeringen te komen. Ik wil evenwel nog niet vooruitlopen op de zaken zolang niet alle elementen overlegd en overeengekomen zijn. Daarbij dennk ik overal aan de regeling voor mensen die op aardgas overstappen en aan de nodige financiering van een fonds.