Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1208

van Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro) d.d. 2 juli 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Financiële crisis - Maatregelen - Oplossingen

inflatie
koopkracht
Europese Commissie
internationale financiën
gemeenschappelijk prijsbeleid
bankcontrole
economische recessie
monetaire crisis
G20

Chronologie

2/7/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 31/7/2008)
5/1/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2251

Vraag nr. 4-1208 d.d. 2 juli 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De huidige economische situatie wordt gekenmerkt door de effecten van de wereldwijde financiële crisis, door een stijgende inflatie, hoofdzakelijk veroorzaakt door de stijgende grondstofprijzen waarbij de petroleum- en voedselprijzen de opwaartse trend aanvoeren, en door sombere economische vooruitzichten.

In ontwikkelingslanden heeft dit reeds geleid tot hongerrellen. Ook in onze landen worden de burgers geconfronteerd met een vermindering van de koopkracht en stijgt de inkomensongelijkheid parallel met de groei van de financiële sector. Uit recente krantenberichten blijkt dat negen op de tien Belgen hun uitgaven terugschroeven als reactie op de dalende koopkracht. Ook de spaarpot van de Belg wordt minder gespekt dan voor het uitbreken van de financiële crisis.

Een groep van voormalige voorzitters van de Europese Commissie, voormalige eerste ministers en voormalige ministers van Economie en Financiën van diverse politieke gezindten wijzen er in een vrije tribune in de krant Le Monde van 22 mei 2008, getiteld “La finance folle ne doit pas nous gouverner”, op dat de huidige financiële crisis aantoont dat de financiële industrie niet in staat is tot zelfregulering. Zij stellen voor om een Europees crisiscomité op te richten dat aan de raad van ministers van de Europese Unie (EU), aan de leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN), aan de directeur-generaal van het International Monetary Fund (IMF) en aan alle betrokken overheden en instanties voorstellen zou doen ter beperking van de effecten van de crisis. Zij zouden ook een mondiale financiële conferentie voorbereiden om de regels van de internationale financiële sector en de governance van wereldwijde economische thema’s te herdenken.

Graag vernam ik van de geachte minister of hij:

1) het bovengenoemde voorstel voor oprichting van een Europese crisisgroep ondersteunt;

2) een multidimensioneel beleid voor het aanpakken van de stijging van de voedselprijzen zal ondersteunen, waaronder het opheffen van de EU-doelstelling om tegen 2020 10% van onze motorbrandstoffen te halen uit biobrandstoffen;

3) zal ijveren voor het opdrijven van de coördinatie van het optreden inzake wisselkoersbeleid van de Eurogroep, de Ecofin Raad en de Europese Centrale Bank;

4) mee zal ijveren voor striktere internationale controle en regelgeving op bepaalde financiële producten zoals derivates en op financiële speculatie met grondstoffen, onder meer door hefboomfondsen, en voor het uitsluiten van voedinggrondstoffen van speculatie;

5) mee het voorstel voor een internationale financiële transactietaks zal herlanceren?