Seingevers bij wielerwedstrijden - Aanpassing van het koninklijk besluit
wegverkeer
tweewielig voertuig
sportmanifestatie
gemeentepolitie
27/6/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 31/7/2008) |
22/7/2008 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-21
De seingevers bij wielerwedstrijden pleitten onlangs in een nationale vergadering voor een aanpassing van de regelgeving om de huidige situatie te verhelpen waarbij de politie hen soms vraagt om taken uit te voeren die zij helemaal niet mogen uitvoeren, zoals het verbieden van verkeer in de tegenrichting van de richting waarin de wielrenners en volgwagens rijden. Zij worden daarbij vaak door de automobilisten genegeerd.
Graag vernam ik van de geachte minister of er zal worden overgegaan tot een aanpassing van het betrokken koninklijk besluit.
In artikel 41.3.1 van het Verkeersreglement wordt bepaald dat weggebruikers de aanwijzingen dienen op te volgen die gegeven worden ter verzekering van de veiligheid van onder meer wielerwedstrijden door daartoe gemachtigde signaalgevers. Wat precies kan worden verstaan onder deze aanwijzingen ter verzekering van de veiligheid wordt niet omschreven.
Artikel 41.3.2 vervolgt dat die signaalgevers, om het verkeer stil te leggen, gebruik moeten maken van een schijf met het verkeersbord C3.
Verdere specifieke bepalingen omtrent wielerwedstrijden staan opgenomen in het koninklijk besluit van 21 augustus 1967 op de reglementering van wielerwedstrijden.
Seingevers zelf zijn vragende partij voor een duidelijkere omkadering van hun bevoegdheden, het krijgen van een opleiding, alsook een goede samenwerking met de politie om weggebruikers die zich niet houden aan hun bevelen te kunnen aangeven.
In de schoot van de FOD Binnenlandse Zaken bestaat een werkgroep om het koninklijk besluit van 21 augustus 1967 te herschrijven. Voor een stand van zaken van haar werkzaamheden verwijs ik u door naar mijn collega van Binnenlandse Zaken.