Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1184

van Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro) d.d. 27 juni 2008

aan de minister van Buitenlandse Zaken

Botswana - Deportaties van de San - Ontginning van diamanten (Bosjesmannen uit het Centraal-Kalahari Wildreservaat)

Botswana
edelsteen
natuurreservaat
mijn
rechten van de mens
gedwongen migratie

Chronologie

27/6/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 31/7/2008)
4/11/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-13

Vraag nr. 4-1184 d.d. 27 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 1985 begon Botswana met een campagne om de San of Bosjesmannen uit het Centraal-Kalahari Wildreservaat (CKWR) te zetten omdat er diamanten werden gevonden en men deze wilde ontginnen. Nadat de overheid de San jarenlang het leven zuur maakte, werd in 1996, 1997, 2002 en 2005 overgegaan tot deportaties. De San werden samengebracht in het erbarmelijke kamp 'New Xade', dat net buiten het CKWR ligt.

De overheid gebruikte geweld om de San te deporteren en vernielde hun dorpen en watervoorraden. In 2002 werd er een algemeen jachtverbod afgekondigd wardoor de overgebleven Bosjesmannen een belangrijke voedselbron werd ontnomen.

Na zware repressie was het CKWR in 2005 bijna helemaal gezuiverd en begonnen multinationale mijnbedrijven als De Beers met de ontginning van de diamanten. Alhoewel rechters op 13 december 2006 beslisten dat de deportatie van de Bosjesmannen illegaal was, blijft de Botswaanse regering hun terugkeer dwarsbomen.

Graag vernam ik van de geachte minister of hij, zowel in de bilaterale betrekkingen met Botswana als in de besluitvorming van de Europese Unie over de betrekkingen met dit land, zal ijveren voor de vrijwaring van de rechten van de San en voor het tegengaan van de trafiek van diamanten waarvan de ontginning de rechten van de Bosjesmannen ontkent.

Antwoord ontvangen op 4 november 2008 :

Vooreerst zou ik erop willen wijzen dat Botswana’s relocatiepolitiek ten opzichte van de San-gemeenschappen in het Central Kalahari Game Reserve (CKGR) in de afgelopen jaren inderdaad op heel wat internationale kritiek gestuit is. Vooral de Britse niet gouvernementele organisatie (NGO) Survival International nam hierbij het voortouw.

Zoals ook het geval is met andere landen in Afrika onderhoudt de Europese Unie, met Botswana een politieke dialoog krachtens artikel 8 van de Cotonou-Overeenkomst. In die context vinden regelmatig in Gaborone bijeenkomsten plaats met de autoriteiten van Botswana. Een van de agendapunten op dit overleg wordt gevormd door de relocatiepolitiek ten opzichte van de San. Zo werd van de zijde van Botswana verzekerd dat de regering in Gaborone van plan is om de uitspraak van het Hoog Gerechtshof volledig uit te voeren. Van EU-zijde werd medegedeeld dat een zuiver legalistische aanpak door de Botswaanse autoriteiten van deze kwestie allicht niet zou volstaan om de gemoederen te bedaren, maar dat misschien blijk moest gegeven worden van enig politiek gebaar; ook werd van EU-zijde overleg tussen de betrokken partijen aangemoedigd. Behalve deze regelmatige bijeenkomsten in het kader van de politieke dialoog tussen de EU en Botswana, brachten EU-vertegenwoordigers in de voorbije jaren ook een bezoek aan het genoemde wildreservaat, om er zich van de toestand ter plaatse te vergewissen. Bij die gelegenheid troffen ze er wel mensen aan die volhielden dat ze geen overplaatsing wensten, maar vonden ze geen enkele indicatie over een mogelijk verband tussen het relocatiebeleid en de diamantontginning. In dat verband kan ik er ook op wijzen dat het de algemene politiek is van het vennotschap, De Beers om de lokale bevolking te “verwelkomen” bij het openen van nieuwe mijnen en dat De Beers zich graag opwerpt als “bron van lokale werkgelegenheid”.

Intussen spreekt het vanzelf dat ons land, zowel in de bilaterale betrekkingen met Botswana als in zijn hoedanigheid van EU-Lidstaat, deze aangelegenheid met de vereiste aandacht zal blijven volgen. Toch wens ik tegelijkertijd te beklemtonen dat Botswana als democratische Rechtstaat internationaal over een uitstekend imago beschikt. Het loutere feit dat het Hoog Gerechtshof over het relocatiebeleid van de regering een uitspraak deed, vormt hiervan een duidelijk bewijs.