Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1183

van Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro) d.d. 27 juni 2008

aan de minister van Buitenlandse Zaken

Egypte - Beschadiging van een fossiel - Belgische diplomaten - Schadevergoeding (Historische site van de vallei der walvissen)

Egypte
schadevergoeding
personeel in diplomatieke dienst
Unesco
vergoeding
walvis
bescherming van het erfgoed
ambassade
historische plaats

Chronologie

27/6/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 31/7/2008)
26/9/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-12

Vraag nr. 4-1183 d.d. 27 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 14 juli 2007 hebben, volgens een ambtenaar van het Egyptische ministerie van Milieu, Belgische diplomaten in terreinwagens een kostbaar fossiel beschadigd in de historische site van de vallei der walvissen, erkend als UNESCO werelderfgoed. Men zou waarschuwingsborden hebben genegeerd. Volgens de ambtenaar is er een schadevergoedingsaanvraag opgesteld van 240 000 euro.

Graag had ik van de geachte minister vernomen of deze feiten hem bekend zijn. Tevens wens ik hier meer duidelijkheid over te krijgen.

1. Is er een schadevergoedingsaanvraag ingediend ? Indien ja, over hoeveel gaat het ?

2. Is er een onderzoek bezig naar de juiste toedracht van de feiten ?

3. Wie onderzoekt desgevallend de feiten ?

4. Wat is de huidige stand van zaken ?

Antwoord ontvangen op 26 september 2008 :

Ik ben op de hoogte van de beschuldigingen van de Egyptische autoriteiten met betrekking tot de beschadiging van een eeuwenoud walvisfossiel in de zogenaamde « Walvisvallei » (Wadi al-Hitan) door Belgische diplomaten.

Het Egyptische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Belgische ambassade in Cairo over de zaak op 29 juli 2007 geschreven, nadat Belgische diplomaten midden juli 2007 op de geklasseerde site met hun terreinwagens waren geweest. De Egyptenaren hebben eerst de schade op 10 miljoen Egyptische pond geraamd. De ambassade heeft onmiddellijk en nauwgezet een intern onderzoek ingesteld.

De ambassade stuurde op 5 augustus 2007 een antwoord waarin er gesteld werd dat de Belgische diplomaten niet wisten dat ze zich op een geklasseerde site bevonden, omdat er geen bewakers of borden stonden om de autobestuurders te waarschuwen. Bovendien hebben de diplomaten nooit de weg verlaten en hebben ze rechtsomkeer gemaakt zodra Egyptische functionarissen hen wezen op de aard van de site. Al deze elementen tonen al aan dat de diplomaten het fossiel niet hebben kunnen beschadigen. België heeft zich dus bereid verklaard uitleg te geven, maar niettemin alle materiële schade ontkend.

Na contacten tussen onze ambassade en de Egyptische minister van Milieu en Staatsminister Maged George zijn er sedert oktober 2007 geen officiële reacties meer geweest. Ik begrijp dus dat deze zaak afgerond is.