Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1166

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 23 juni 2008

aan de minister van Buitenlandse Zaken

Instituut voor de bevordering en de bescherming van de mensenrechten - Oprichting

rechten van de mens

Chronologie

23/6/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/7/2008)
29/8/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1165
Doorverwezen door : schriftelijke vraag 4-596

Vraag nr. 4-1166 d.d. 23 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Mensenrechten en naleving van de mensenrechten is een belangrijk streefdoel voor elk land. Alle Belgische wetgevers zijn dan ook verplicht om, bij de uitoefening van hun bevoegdheden, de mensenrechten te eerbiedigen. Door de complexe staatsstructuur van ons land is coördinatie van de initiatieven van de verschillende overheden (federaal, gemeenschappen en gewesten) bij de implementatie van de mensenrechten nodig.

Om de coördinatie te verbeteren besliste de vorige regering, in haar regeringsverklaring van juli 2003, de oprichting van een Nationaal Instituut voor de bevordering en de bescherming van de mensenrechten.

Vandaar mijn volgende vraag aan de geachte minister:

1. Is de oprichting van dit Instituut een prioriteit? Gaat de geachte minister dit oprichten?

2. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de oprichting van dit Instituut?

Antwoord ontvangen op 29 augustus 2008 :

Het oprichten van een nationale instelling voor de mensenrechten werd aanbevolen door verschillende internationale organen. Meerdere comités van de Verenigde Naties belast met het opvolgen van de oprichting van internationale instrumenten inzake mensenrechten vragen aan de Staten dergelijke instellingen op te richten. De Raad van Europa vraagt dit eveneens. Daarenboven zijn de nationale instellingen voor de mensenrechten bevoorrechte gesprekspartners voor het nieuwe Agentschap van de Fundamentele Rechten van de Europese Unie.

Deze instellingen bestaan al in verschillende landen ter wereld en hebben onderling regelmatige contacten, wat bijdraagt tot een betere bevordering en bescherming van de mensenrechten in deze landen.

Ik ben dus de mening toegedaan dat het oprichten van een dergelijke instelling in België nuttig zou zijn. Zelfs al beschikt België reeds over meerdere nationale instellingen, geen enkele onder hen heeft een mandaat dat de problematiek van de mensenrechten volledig omvat. Deze vraag behoort echter niet tot de bevoegdheid van mijn departement. Dit onderwerp vereist overleg tussen verschillende Federale Overheidsdiensten (FOD) (en eveneens met de vertegenwoordigers van de Gemeenschappen en Gewesten). Zoals u benadrukt werden discussies aangevat onder de vorige legislatuur. Ik zal overleg plegen met de eerste minister omtrent een initiatief om deze discussies verder te zetten.