Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-112

van Louis Ide (CD&V N-VA) d.d. 20 december 2007

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese Zaken

RIZIV - Antibioticafeedback - Regionale verdeling

Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
antibioticum
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

20/12/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 25/1/2008)
20/12/2007Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-138

Vraag nr. 4-112 d.d. 20 december 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het inadequaat voorschrijven van antibiotica leidt vaak tot overconsumptie. Overconsumptie heeft niet alleen een impact op het geneesmiddelenbudget maar erger nog het leidt op zijn beurt tot meer resistentie of resistente bacteriën. Dit heeft een serieuze impact op de volksgezondheid. Dit is een mondiale én regionale problematiek.

Wanneer men de jaarrapporten van de European Surveillance of Antimicrobial Consumption (ESAC) ter hand neemt stelt men vast dat hoe meer men zich in het noorden van Europa begeeft hoe lager het antibioticaverbruik is en hoe gevoeliger de bacteriën nog zijn. Hoe meer men naar het zuiden opschuift hoe resistenter de bacteriën worden en hoe hoger het antibioticaverbruik. Hoe noordelijker hoe meer relatief “oude”, eng-spectrum antibiotica worden aangewend, hoe zuidelijker hoe meer “nieuwere”, breed-spectrum antibiotica worden voorgeschreven.

Voor wat betreft Methicillin Resistant Staphylococcus Aureus (MRSA) verslechtert de situatie in België over de laatste paar jaren: België kleurt nu (rapport van de ESAC van 2006) “Latijns”. Nederland kleurt “Scandinavisch” of “calvinistisch”. Ook MRSA heeft onder andere te maken (naast een aantal andere factoren) met antibioticagebruik. Volgens het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid zijn er in Vlaanderen trouwens 2,4 MRSA’s per 1.000 opnamen, in Wallonië 3,9 en in Brussel 7,8. De problematiek van de multiresistente Enterobacter aerogenes is forser aanwezig in Franstalig België. Dit duidt allen in de richting van een hoger antibioticaverbruik voornamelijk ten zuiden van de taalgrens, die dan ook nog eens een bom geld kost aan de maatschappij.

In het totaal zou Wallonië 30% meer antibiotica verbruiken dan Vlaanderen (Artsenkrant 2001). De taalgrens is een zorggrens tussen Vlaanderen en Wallonië en tevens een scharnier in Europa, een stelling die trouwens bevestigd wordt door D. Monnet (Kopenhagen).

In december 2007 verzond het RIZIV een feedback naar 10.063 huisartsen en 70 medische huizen om hen feedback te verstrekken omtrent hun voorschrijfgedrag voor antibiotica. Deze feedback heeft drie doelstellingen:

a) de huisartsen informeren over de meest recente wetenschappelijke aanbevelingen met betrekking tot het ambulant voorschrijven van anti-infectieuze behandelingen;

b) cijfers aanreiken over het eigen geneesmiddelenvoorschrift;

c) stimuleren van een rationeel antibioticagebruik, essentieel om de toename van microbiële resistentie een halt toe te roepen.

Deze cijfers zijn echter enkel nationale cijfers.

Daarom volgende vragen:

1. Welke zijn de cijfers van deze feedback voor de verschillende regio’s (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)? Met andere woorden kreeg ik graag een complete uitsplitsing per regio voor alle therapeutische klasses antibiotica zoals deze in het feedbackprogramma worden gehanteerd en dit voor de jaren 2004, 2005, 2006.

2. Kan de minister deze regionale cijfers opsplitsen in cijfers voor huisartsen enerzijds en medische huizen anderzijds voor de jaren 2004, 2005, 2006?

3. Welke zijn de cijfers van deze feedback voor de verschillende provincies? Met andere woorden kreeg ik graag een complete uitsplitsing per provincie voor alle therapeutische klasses antibiotica zoals deze in het feedback programma worden gehanteerd en dit voor de jaren 2004, 2005, 2006.

4. Kan de geachte minister deze provinciale cijfers opsplitsen in cijfers voor huisartsen enerzijds en medische huizen anderzijds voor de jaren 2004, 2005, 2006?