Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1106

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 17 juni 2008

aan de minister van Landsverdediging

Federale overheidsdiensten - Programmatorische federale overheidsdiensten - Dienstvoertuigen - Verkeersboetes van ambtenaren

ministerie
voertuig
overtreding van het verkeersreglement
geldboete

Chronologie

17/6/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 17/7/2008)
14/7/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1097
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1098
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1099
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1100
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1101
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1102
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1103
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1104
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1105
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1107
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1108
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1109
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1110
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1111
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1112
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1113
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1114
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1115
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1116
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1117
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1118

Vraag nr. 4-1106 d.d. 17 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de diensten die onder de bevoegdheid of toezicht vallen van de geachte minister zijn er wellicht een aantal ambtenaren die gebruik dienen te maken van dienstvoertuigen voor dienstopdrachten.

1. Hoeveel dienstvoertuigen zijn er voorhanden in de diensten die onder de bevoegdheid of toezicht van de geachte minister vallen? Graag desgevallend uitsplitsing volgens dienst.

2. Hoeveel ambtenaren maken daarvan gebruik?

3. Bestaan er richtlijnen in geval de betrokkenen verkeersovertredingen hebben begaan en hiervoor bekeurd worden? Is hierin vervat dat de betrokkenen hun bekeuringen zelf moeten betalen? Graag desgevallend de nodige specificatie.

4. Graag kreeg ik een overzicht van het aantal bekeuringen die jaarlijks werden opgelopen gedurende de laatste vijf jaar voor de dienstwagens die in gebruik zijn bij de diensten onder toezicht van de geachte minister? Kunnen deze gegevens eventueel worden uitgesplitst volgens de aard van de bekeuringen? Voor welke bedragen werd daarbij bekeurd werd en wie betaalde deze bekeuringen? Welke verdere gevolgen werden eventueel aan deze bekeuringen gegeven?

Antwoord ontvangen op 14 juli 2008 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

1. Defensie beschikt over ongeveer 2 750 voertuigen van het « commerciële » type die als dienstwagen kunnen worden beschouwd (personenwagens, bestelwagens, minibussen, ...). Het grootste deel van deze voertuigen wordt gemeenschappelijk gebruikt (in « pool ») in de schoot van « mobility centers » of van de eenheden en dit om een optimale tewerkstelling (vervoer van personeel en/of goederen) ervan te verzekeren. Een tweede categorie betreft de voertuigen die permanent toegewezen zijn voor specifieke territoriale opdrachten (bijvoorbeeld : de voertuigen gebruikt door de ontmijnings-ploegen, duikers, onderhoudsdiensten, ...). Tot slot worden 65 wagens op individuele basis toegekend voor het gebruik door hogere autoriteiten van Defensie.

2. Met uitzondering van de voertuigen die permanent voorbehouden zijn voor specifieke territoriale opdrachten en van de wagens van de hogere autoriteiten, zijn alle commerciële voertuigen in « pool » geplaatst, ter beschikking van alle leden van Defensie die over een aangepast rijbewijs beschikken, en dit enkel in het strikte kader van de uitvoering van dienstopdrachten.

3. Het militaire reglement C8 (Reg C8) voorziet dat de verkeersboetes, opgelopen door personeelsleden van Defensie, in principe niet ten laste van de Staat (Defensie) vallen, gezien het vooral om de persoonlijke strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de geïnteresseerde gaat (in casu : de chauffeur).

Hetzelfde geldt voor de eventuele gerechtskosten die eraan verbonden zijn. Niettemin, de wet (artikel 67 van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer) voorziet dat de burgerlijk aansprakelijke partij, in dit geval de werkgever (de Belgische Staat) ook gehouden kan worden de boetes te betalen.

In de praktijk, dient het betrokken personeelslid eerst zelf de boete te betalen, hetzij bij onmiddellijke inning, hetzij na een voorstel tot minnelijke schikking, hetzij na een vonnis.

In bepaalde uitzonderlijke gevallen zal een volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de boete aan het personeelslid mogen toegestaan worden, op zijn aanvraag en wanneer hij zich kan beroepen op uitzonderlijke omstandigheden die hem geleid hebben de wegcode te overtreden.

4. Gezien deze gegevens niet in boekhouding worden genomen of op een centrale manier geregistreerd worden binnen het departement van Defensie is het onmogelijk om op een globale manier op het eerste deel van deze vraag te antwoorden. Wat de gegeven gevolgen betreft, gelieve te refereren naar het antwoord op de vorige vraag (§ 2) en naar het reglement C8.

Elk geschil en/of wettelijke vraag over een verkeersovertreding begaan met een militair voertuig, wordt aan het directoraat generaal Juridische Steun en Bemiddeling van Defensie (DGJM) voorgelegd.