Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1050

van Alain Destexhe (MR) d.d. 5 juni 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Btw - Registratierechten - Cumul - Regelgeving Waals Gewest

BTW
Waals Gewest
registratierecht
eigendomsverkrijging
onroerend eigendom
richtlijn (EU)
bouwterrein

Chronologie

5/6/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/7/2008)
25/6/2008Antwoord

Vraag nr. 4-1050 d.d. 5 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

In het Belgisch Staatsblad van 20 december 2004 (2de uitgave) verscheen het decreet van 9 december 2004 van het Waals Gewest tot wijziging van artikel 159, 8º, van het Wetboek der Registratie-, hypotheek- en griffierechten voor wat betreft het Waals Gewest. Dat zogenaamde “regularisatiedecreet” beoogde blijkbaar de harmonisering van de Waalse regelgeving met het federaal en Europees niveau met betrekking tot de verkoop van nieuwe gebouwen in de zin van de btw-wetgeving. De Waalse wetgever verzaakte hiermee aan de registratierechten op de bouwgronden die samen met nieuwe gebouwen worden verkocht.

Welke bepaling van het gemeenschapsrecht verbood de gelijktijdige toepassing van de registratie- en btw-rechten op de verkoop van nieuwe gebouwen in de zin van het BTW-wetboek?

Heeft de federale staat een compensatie toegekend aan het Waals Gewest omdat ze nu btw kan heffen op de verkoop van het terrein waarop het gebouw staat?

Heeft de Europese Commissie België hierover formeel opmerkingen gemaakt? Zo ja, wat is de referentie van het document dat de Commissie naar België heeft gestuurd?

Antwoord ontvangen op 25 juni 2008 :

1. Om te voorkomen dat belastingen, rechten en heffingen worden ingevoerd die de werking van het gemeenschappelijk BTW-stelsel in gevaar brengen doordat zij het goederen- en dienstenverkeer op dezelfde wijze belasten als de belasting over de toegevoegde waarde, verbiedt artikel 401 van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 dat belastingen die de voornaamste kenmerken van de belasting over de toegevoegde waarde bezitten, worden gehandhaafd of ingevoerd. Deze bepaling belet evenwel niet de handhaving of invoering van andere soorten belastingen, rechten en heffingen, met name registratierechten, die niet die kenmerken bezitten.

Zij verzet zich dus niet tegen de invoering en handhaving van een nationale belasting zoals registratierechten die worden geheven op de verwerving van uit hun aard onroerende goederen. Bedoelde registratierechten zijn immers geen algemene belasting; zij zijn niet van toepassing op de verschillende fasen van een productie- en distributieproces, aangezien zij alleen worden geheven bij overgang van het onroerend goed in het vermogen van de eindverbruiker en de heffing is niet gebaseerd op de toegevoegde waarde, maar op de volledige waarde van het goed.

Niettemin is in België de gelijktijdige heffing van registratierechten en BTW bij de verkoop van een terrein steeds uitgesloten geweest.

2. De belasting over de toegevoegde waarde is een federale belasting. Het Waalse Gewest ontvangt dus geen enkele compensatie voor de inning van deze belasting, met inbegrip van de specifieke situatie die u omschrijft.

3. De Europese Commissie heeft geen enkele opmerking gericht aan België.