Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1014

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 3 juni 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Fraude - "Boiler room" - Waardeloze of valse aandelen

computercriminaliteit
fraude
Financial Services and Markets Authority
economisch delict
internet
financieel instrument
uitgifte van effecten
misbruik van vertrouwen
misdaadbestrijding

Chronologie

3/6/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 3/7/2008)
23/6/2008Antwoord

Vraag nr. 4-1014 d.d. 3 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Internationale criminele netwerken en valse internetbankiers gebaseerd in het buitenland blijken de laatste jaren in het Verenigd Koninkrijk steeds agressiever op te treden. Hierbij worden kleine aandeelhouders geviseerd. Via het lokmiddel van goedkope internettransacties worden slachtoffers overtuigd om hun geld over te schrijven naar de malafide fraudeurs.

Vervolgens dringen zij langzaam aan beleggingstips op in aandelen. Deze aandelen blijken uiteraard achteraf waardeloos te zijn, maar dan is het al te laat. Men overtuigt het slachtoffer door hen eerst kleine bedragen te laten beleggen in aandelen en dit vervolgens op te drijven. Deze fraude vindt onder meer plaats in Spanje, waar het doelpubliek van deze fraudeurs de gepensioneerden zijn. De Spaanse overheid treedt zelden op tegen deze zogenaamde beleggingsfirma’s want de slachtoffers zijn buitenlanders en bovendien werden er wel degelijke aandelen geleverd, maar ze blijken enkel waardeloos te zijn.

In ons land wordt strikt toegekeken op de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) op dergelijke aanbiedingen vanuit het eigen land, doch de fraudeurs opereren vanuit het buitenland en via het internet en telefoon. Zij zijn zeer professioneel georganiseerd met televerkopers, voormalige werknemers van de city, etc. De winsten zijn fenomenaal. Alleen al in Barcelona zouden zo’n drie honderd “boiler rooms” actief zijn, waarbij telkens twintig mensen werken. Op jaarbasis wordt de minimumschade geschat en dit alleen al wat het Verenigd Koninkrijk betreft op een half miljard pond, maar sommigen menen dat het veeleer om 2 miljard pond zou gaan.

Mensen spelen soms al het spaargeld kwijt dat ze hun hele leven hebben opzijgelegd. Deze firma’s opereren ook vanuit Duitsland en buiten de Europese Unie. Het is onduidelijk in hoeverre ook onze landgenoten getroffen worden door dit fenomeen, maar gezien ze ook via het internet mensen lokken vrees ik het ergste.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen voor de minister:

Heeft de geachte minister en/of zijn diensten alsook de CBFA weet van de zogenaamde “boiler room” fraude?

Kan hij en/of de CBFA aangeven of er landgenoten het slachtoffer werden van zogenaamde “boiler room” fraude, waarbij waardeloze aandelen werden verkocht tegen astronomische bedragen of erger nog, er gewoon valse aandelen werden geleverd?

Heeft de CBFA hieromtrent reeds informatie bekomen van de Britse autoriteiten, meer bepaald het FSA?

Meent hij en/of de CBFA dat deze “boiler room” fraude, gezien hun exponentiële groei ook vroeg of laat onze landgenoten kan treffen en welke maatregelen werden er reeds getroffen qua screening van mogelijke frauduleuze aanbiedingen zoals hoger omschreven?

Antwoord ontvangen op 23 juni 2008 :

Een « boiler room » is een ook in België gekende fraudepraktijk. Daarmee wordt meestal de activiteit bedoeld van een of meer personen die zonder de daartoe vereiste vergunning financiële instrumenten (onder andere aandelen, opties en futures) van weinig gekende emittenten tegen een te hoge prijs proberen te verkopen via agressieve telefonische oproepen. De naam « boiler room » komt voort uit de kleine ruimte van waaruit een aantal personen kandidaat kopers opbellen. De bellers spiegelen de potentiële klanten zeer hoge rendementen voor waarmee ze de klant over de streep trachten te trekken. Dit gebeurt vaak met foute informatie verpakt in luxueuze brochures.

« Boiler rooms » vormen meestal inbreuken op een aantal financiële wetten en in het bijzonder op de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen en de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsimtrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.

Overeenkomstig artikel 44 juncto artikel 47 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, dient éénieder die beroepsmatig aan derden beleggingsdiensten verstrekt of aanbiedt (i.e. het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot financiële instrumenten) hiertoe vooraf een vergunning als beleggingsonderneming te bekomen.

Inbreuken op artikel 47 van de wet van 6 april 1995 worden overeenkomstig artikel 148, § 4, 1º, van dezelfde wet gestraft met gevangenisstraf van één maand tot één jaar en met een geldboete van 50 euro tot 10 000 euro of met één van die straffen alleen.

Artikel 20 van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt bepaalt dat een openbaar aanbod van beleggingsinstrumenten op het Belgische grondgebied de voorafgaande publicatie van een prospectus vereist. De artikelen 23 en 43 van de wet vereisen de voorafgaande goedkeuring van het prospectus door de CBFA (voor respectievelijk op EG vlak geharmoniseerde en niet-geharmoniseerde verrichtingen). De miskenning van deze bepalingen wordt strafbaar gesteld door artikel 69, 2º, van deze wet.

Geregeld ontvangt de CBFA meldingen van particulieren of van gereglementeerde ondernemingen (die hierover door klanten worden aangesproken) dat zij werden opgebeld door personen of ondernemingen die bij de CBFA niet gekend zijn met het oog op de aankoop van financiële instrumenten die vaak evenmin bij de CBFA gekend zijn. Ook buitenlandse toezichthouders (onder meer in het kader van de samenwerking binnen het Committee of European Securities Regulators (CESR) brengen de CBFA geregeld op de hoogte van illegale financiële activiteiten zoals « boiler rooms ».

Zoals ik reeds heb meegedeeld in antwoord op de parlementaire vraag nr. 20 van mevrouw Katrien Partyka van 10 januari 2008 reageert de CBFÀ meestal in twee richtingen, dit in het kader van haar wettelijke opdracht die erin bestaat bij te dragen tot de naleving van de regels bedoeld om de spaarders en de beleggers te beschermen tegen het onwettelijke aanbod of de illegale levering van financiële producten of diensten (artikel 45, § 1, 4º, van de wet van 2 augustus 2002).

Met toepassing van artikel 74, tweede lid, 3º, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten mag de CBFA vertrouwelijke informatie meedelen aan de gerechtelijke autoriteiten voor de aangifte van strafrechtelijke misdrijven. Op die basis meldt de CBFA in de regel aan de bevoegde procureur des Konings de feiten waarvan zij kennis heeft en waaruit voldoende aanwijzingen blijken dat een bepaalde natuurlijke persoon of rechtspersoon in of vanuit België een gereglementeerde financiële activiteit uitoefent zonder de daartoe vereiste vergunningen.

De CBFA publiceert ook waarschuwingen waarbij zij de aandacht van het publiek vestigt op aanbiedingen van financiële diensten door personen die daarvoor niet de vereiste vergunning hebben. Sinds begin 2007 publiceerde de CBFA 16 waarschuwingen. In een aantal gevallen ging het duidelijk om activiteiten die de kenmerken van een « boiler room » vertoonden.