Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1001

van Louis Ide (CD&V N-VA) d.d. 19 mei 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Verpleegkundigen - Honoraria

verplegend personeel
niet in loondienst verkregen inkomen
officiële statistiek
geografische spreiding
zelfstandig beroep
thuisverzorging

Chronologie

19/5/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/6/2008)
16/7/2008Antwoord

Vraag nr. 4-1001 d.d. 19 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het Vademecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België kunnen we lezen dat de honoraria voor verpleegkundigen van 2005 op 2006 een stijging lieten noteren. Meer recente en regionale cijfers ontbreken echter. Dit is jammer, want nodig om een duidelijk inzicht in de situatie te kunnen krijgen en passende conclusies te trekken.

Daarom had ik graag een antwoord gekregen op volgende vragen:

Kan de geachte minister ook de cijfers betreffende de honoraria van verpleegkundigen geven voor 2007?

Gaat het over het honorarium voor verpleegkundigen met een zelfstandig statuut die meestal in een thuisverplegingsetting werken?

Kan zij de cijfers van 2005 tot en met 2007 opsplitsen per gewest?

Hoeveel verpleegkundigen met een zelfstandig statuut in België zijn voornamelijk actief in de thuisverpleging?

Kan zij de cijfers uit vraag 3 ook opsplitsen per gewest?

Antwoord ontvangen op 16 juli 2008 :

Hieronder gaat een tabel met de uitgaven van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor de verstrekkingen in de thuisverpleging (exclusief de forfaits in de medische huizen) voor de jaren 2005 tot en met 2007, opgesplitst per gewest. De evolutie van de relatieve aandelen staan in de tweede tabel.

200520062007
Brussels Hoofdstedelijk Gewest — Bruxelles-Capitale28 214 413,3231 164 684,1933 975 722,36
Vlaanderen — Flandre470 492 904,40498 621 244,59533 144 311,62
Wallonië — Wallonie218 874 736,97238 437 947,75258 349 952,67
Totaal — Total717 582 054,69768 223 876,53825 469 986,65

200520062007
Brussels Hoofdstedelijk Gewest — Bruxelles-Capitale3,93 %4,06 %4,12 %
Vlaanderen — Flandre65,57 %64,90 %64,58 %
Wallonië — Wallonie30,50 %31,04 %31,30 %
Totaal — Total100,00 %100,00 %100,00 %

Bij de terugbetaling van die verstrekkingen is het niet van belang dat de betrokken verpleegkundige al dan niet het statuut van zelfstandige heeft. In die context beschikt het RIZIV niet over de nodige informatie om te bepalen of de verstrekkingen door zelfstandige verpleegkundigen zijn verleend. Het RIZIV kan dus niet meedelen welk deel van de uitgaven slaan op verstrekkingen verleend door verpleegkundigen met een zelfstandig statuut.

Zoals in andere zorgsectoren werken in de thuisverpleging zowel mensen onder zelfstandige statuut als onder statuut van werknemer. Noch voor de erkenning of registratie van het zorgberoep, noch voor de uitoefening binnen de verzekering voor geneeskundige verzorging is dit onderscheid wettelijk of reglementair voorzien en wordt er dus ook geen register van dat attribuut bij het RIZIV of de FOD Volksgezondheid bijgehouden. Dat attribuut is wel bekend bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid dan wel bij het Rijksinstituut voor Sociale Verzekering der Zelfstandigen.

De ontsluiting van die gegevens is voorzien als bijkomende stap bij de ontwikkeling van de federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen, maar is geen prioriteit.

Inderdaad is de kennis van het werken als zelfstandige of werknemer in de thuisverpleging onvoldoende om zicht te krijgen op de sector. U weet dat in de verpleging heel wat deeltijds wordt gewerkt, er gecombineerd wordt tussen werk in het ziekenhuis en in de thuiszorg, dat het een beroep is met een hoog aandeel aan vrouwen en dat de interne dynamiek binnen het beroep, met tijdelijk stoppen en herintreden, van sector veranderen en zo meer, wel wat verschilt van deze van bijvoorbeeld artsen.

In een studie van mijn administratie van 2003 blijkt dat er vele verschillende organisatievormen in de thuisverpleging bestaan, dat de verpleegzorg binnen een erkende dienst thuisverpleging niet enkel door verpleegkundigen met een werknemersstatuut maar ook door zelfstandigen wordt uitgevoerd en dat in een zogenaamde zelfstandige groepspraktijk ook verpleegkundigen werken onder het statuut van werknemer. Vermits de studie van 2003 niet tot doel had dit aspect van de thuisverpleging in kaart te brengen, kunnen die resultaten echter niet als representatief worden beschouwd. Daarom is er wat betreft de verpleegkundigen in het kader van het meerjarenplan van de Planningscommissie — medisch aanbod een nieuwe studie voorzien om één en ander duidelijker in kaart te brengen. Deze nieuwe studie zal een representatieve steekproef van verpleegkundigen in 2009 bevragen. De resultaten zullen wellicht einde 2009 bekend zijn.