Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-937

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 4 mei 2004

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Verkeersbelasting - Vrijstelling voor gehandicapten - Uitbreiding naar de andere gezinsleden die de voertuig ook besturen.

Chronologie

4/5/2004Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 3/6/2004)
19/5/2004Antwoord
19/5/2004Beslissing niet publicatie

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-936

Vraag nr. 3-937 d.d. 4 mei 2004 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Eind vorig jaar kondigde de minister aan dat voortaan naast gehandicapten ook gezinnen met minderjarige gehandicapte kinderen of met personen die onder het statuut van verlengde minderjarigheid vallen, vrijgesteld worden van verkeersbelasting.

De wetgeving rond fiscale voordelen voor mensen met een handicap was vrij strikt. Enkel voertuigen waarmee de gehandicapte reed of vervoerd werd, waren vrijgesteld van verkeersbelasting. Daarnaast genoten ze een verlaagd BTW-tarief bij de aankoop van de wagen.

Die voordelen vervielen wanneer een ander gezinslid die wagen ook gebruikte. Op die manier werden die gezinnen -ook die met een minderjarig gehandicapt kind- verplicht zich twee auto's aan te schaffen.

Graag had ik van de minister het volgende vernomen :

1. Wat is de stand van zaken in verband met de uitbreiding van de vrijstelling van verkeersbelasting voor gehandicapten ?

2. Op welke manier werden of worden de bevoegde instanties hiervan op de hoogte gebracht ?

3. Hoeveel personen maakten de voorbije 10 jaar gebruik van het recht op vrijstelling van verkeersbelasting voor gehandicapten ? Is het mogelijk deze gegevens uit te splitsen per jaartal ?

4. Hoeveel personen hebben recht op een vrijstelling van verkeersbelasting na deze uitbreiding ?

Dezelfde vraag wordt tevens aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid gesteld.

Dezelfde vraag wordt tevens aan de minister van Financiën gesteld.

Antwoord ontvangen op 19 mei 2004 :

Tekst nog niet beschikbaar.