Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-7906

van Mia De Schamphelaere (CD&V) d.d. 18 april 2007

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Stofwisselingsziekte - Medische voedingsproducten - Terugbetaling.

Chronologie

18/4/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2007)
20/4/2007Intrekking vraag

Vraag nr. 3-7906 d.d. 18 april 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voor volwassenen en kinderen met een stofwisselingsziekte zijn medische voedingsproducten natuurlijk erg belangrijk. Medische voeding is de dieetvoeding voor medisch gebruik, zijnde voedingsmiddelen die worden aangeboden als speciaal bewerkte of samengestelde voedingsmiddelen voor bijzondere voeding en die onder medisch toezicht door patiënten moet worden gebruikt. Deze voedingsmiddelen zijn bestemd voor de voeding, uitsluitend of gedeeltelijk, van patiënten, wier vermogen om via gewone voedingsmiddelen, bepaalde nutriënten of bepaalde metabolieten in te nemen, te verteren, te absorberen, te metaboliseren of uit te scheiden, beperkt is, aangetast is of verstoord is, of die andere medisch bepaalde behoeften aan nutriënten hebben, voor de behandeling waarvan niet louter met wijziging van het normale voedingspatroon noch met andere voedingsmiddelen voor bijzondere voeding, noch met een combinatie van beide, kan worden volstaan.

Het leven van verschillende patiënten kan positief beïnvloed worden door het tijdig aanbieden van nieuwe verbeterde medische voedingsproducten. In het buitenland zijn deze gewoonlijk snel op de markt beschikbaar, in ons land echter lijkt de procedure vaak nogal stroef te verlopen. Sommige termijnen zijn in de wetgeving niet bepaald en dat zorgt voor de nodige moeilijkheden.

Bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare dieetvoeding voor medisch gebruik, is een bijlage gevoegd met de lijst van de aangenomen medische voedingen. Een aanvraag tot opname op de lijst kan gericht worden tot de overeenkomstencommissie apothekers -verzekeringsinstellingen. Binnen de tien dagen na de ontvangst van de aanvraag tot opname van een medische voeding, gaat het secretariaat van de commissie na of het ingediende dossier volledig is. Indien de aanvraag volledig is, wordt het dossier overgemaakt aan de commissie. Als de aanvraag onvolledig is, deelt het secretariaat dit mee aan de aanvrager binnen de tien werkdagen na de ontvangst van de aanvraag met de vermelding van de elementen die ontbreken. Dit verloopt allemaal zeer goed.

De commissie formuleert dan een gemotiveerd voorstel dat een standpunt bevat omtrent de vergoedingswaarden, de vergoedingsbasis en de vergoedingscategorie. Hier knelt het schoentje echter. Hierop staat namelijk geen termijn. Er staat wel een termijn van dertig dagen voor de aanvrager om op dit voorstel te reageren of eventueel uitstel te vragen. Ook op een reactie die de aanvrager (met bijvoorbeeld een tegenvoorstel) doet op het voorlopige voorstel, staat geen termijn op het antwoord van de commissie daarop. Op het definitieve voorstel is het dus soms lang wachten.

De aanvragers, farmaceutische firma's, moeten zich dus houden aan strikte termijnen, maar voor de overheidsinstellingen die uitsluitsel moeten geven, zijn er geen termijnen opgelegd. Dit maakt het voor de firma's natuurlijk erg lastig en demotiverend. Ze weten wel waneer ze een aanvraag indienen en waaraan zij zich moeten houden, maar ze weten nooit wanneer ze uiteindelijk een antwoord zullen krijgen. Voor de patiënten is het natuurlijk ook frustrerend omdat zij ook zien dat buitenlandse patiënten reeds gebruik kunnen maken van deze nieuwe producten.

Is de geachte minister op de hoogte van deze problematiek?

Erkent hij de leemtes in deze wetgeving?

Overweegt hij de nodige aanpassingen in het koninklijk besluit op te nemen?