Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-7805

van Christian Brotcorne (cdH) d.d. 28 maart 2007

aan de minister van Mobiliteit

Federale Overheidsdienst - Programmatorische Federale Overheidsdienst - Personen met een handicap - Integratie.

Chronologie

28/3/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/4/2007)

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7796
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7797
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7798
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7799
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7800
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7801
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7802
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7803
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7804
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7806
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-7807

Vraag nr. 3-7805 d.d. 28 maart 2007 : (Vraag gesteld in het Frans)

De Belgische samenleving is zeer verscheiden: vrouwen en mannen, Frans-, Nederlands- en Duitstaligen, personen met een vreemde nationaliteit of van vreemde afkomst, valide en mindervalide personen, mensen met verschillende religieuze of ideologische overtuigingen…

Die verscheidenheid betekent een rijkdom die de federale overheid op alle niveaus wil valoriseren. Als werkgever die ten dienste staat van iedereen, moet de federale administratie de pluralistische samenleving weerspiegelen. Ze moet in haar relaties met de burgers en in haar humanresourcesbeleid elke vorm van discriminatie vermijden.

In februari 2005 stelde de minister van Ambtenarenzaken het "Actieplan diversiteit" voor met 80 maatregelen in de periode 2005-2007. Die maatregelen hebben tot doel een beleid van gelijke kansen en diversiteit te creëren binnen de federale overheidsdiensten om met name de integratie van personen met een handicap in de federale administratie te versterken.

We moeten vaststellen dat België beneden het Europese niveau blijft inzake de tewerkstelling van personen met een handicap. Hun werkgelegenheidsniveau bedraagt 42%, terwijl het Europees gemiddelde 49% bedraagt. Er is dus een inhaalbeweging nodig.

Als de Staat de tewerkstelling van personen met een handicap wil aanmoedigen, moet ze als werkgever het voorbeeld geven.

Kan de minister me meedelen hoeveel personen met een handicap in zijn departement werkzaam zijn en wat hun aandeel is binnen de totale personeelsformatie? Is de 3% in zijn departement bereikt? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wil hij dan verder gaan dan dat cijfer?

Werd er in een bijzonder krediet voorzien voor de aanpassing van de werkposten aan de specifieke behoeften van de personen met een handicap, zodat de verplichtingen die deel uitmaken van het actieplan diversiteit van zijn collega van Ambtenarenzaken kunnen worden nagekomen?