Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-4011

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 29 december 2005

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Belgische soldaten - Gehoorschade.

Chronologie

29/12/2005Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/2/2006)
3/2/2006Antwoord
3/2/2006Beslissing niet publicatie

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-4010

Vraag nr. 3-4011 d.d. 29 december 2005 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit een onderzoek van de universiteit van Gent in opdracht van het ministerie van Defensie blijkt dat meer dan de helft van de jonge soldaten ernstige schade heeft aan het gehoor of doof wordt. De schade is veelal te wijten aan geluiden waarmee de soldaten tijdens de uitoefening van hun beroep worden geconfronteerd. Zo is de blootstelling aan ploffende geluiden, ook al zijn die maar van korte duur, veel schadelijker voor het gehoor dan constant lawaai. Bovendien zijn mannen van nature gevoeliger voor gehoorschade dan vrouwen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel gevallen van gehoorschade werden de afgelopen vijf jaar bij de Belgische soldaten vastgesteld? Over hoeveel mannelijke en hoeveel vrouwelijke soldaten gaat het?

2. In hoeveel van de gevallen was de schade aan het gehoor onomkeerbaar?

3. In welke divisies deden de ergste vormen van gehoorschade zich voor?

4. Welke maatregelen zal de regering nemen om de risico's op gehoorschade voor soldaten te beperken? Is ze van plan om de soldaten oorbeschermers te bezorgen? Hoe wil ze soldaten wijzen op de gevaren die hun beroep met zich meebrengt voor het gehoor?

Deze vraag wordt tevens aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid gesteld.

Antwoord ontvangen op 3 februari 2006 :

Tekst nog niet beschikbaar.