|
|
Beroepschauffeurs - Vaststelling van alcoholintoxicatie - Vaststelling op initiatief van de werkgever.
| 23/11/2005 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/12/2005) |
| 12/12/2005 | Antwoord |
| 12/12/2005 | Beslissing niet publicatie |
Verwijzing naar een latere vraag : schriftelijke vraag 3-4115
Verwijzing naar een latere vraag : schriftelijke vraag 3-4114
Het spreekt vanzelf dat autobuschauffeurs die verantwoordelijk zijn voor het vervoeren van groepen personen, streng moeten worden gecontroleerd op het gebruik van alcoholhoudende dranken op het werk of achter het stuur.
Elke staat van dronkenschap of alcoholopname zoals bedoeld in de artikelen 34 en 35 van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie op het wegverkeer tijdens het verrichten van arbeidsprestaties is ontoelaatbaar.
Artikel 59 van de gecoördineerde wetten betreffende de politie op het wegverkeer bepaalt dat de politie een ademtest kan opleggen aan ieder die op het punt staat om op een openbare plaats een voertuig te besturen. Volgens artikel 28 van dezelfde wet is een openbare plaats de openbare weg, de terreinen toegankelijk voor het publiek en de niet-openbare terreinen die voor een zeker aantal personen toegankelijk zijn.
Graag had ik van de minister een antwoord op de volgende vragen:
1. Ingeval de dronkenschap of de alcoholintoxicatie van de chauffeur duidelijk blijkt wanneer hij aankomt op het werk, en hij dus nog niet op de openbare weg is, mag de werkgever dan aan de politie vragen om een ademtest uit te voeren vóór de chauffeur plaatsneemt achter het stuur?
2. Zoniet, overweegt hij dan de wet te wijzigen zodat een zaakvoerder die vermoedt dat een chauffeur zich in een staat van alcoholintoxicatie bevindt, een alcoholcontrole kan laten uitvoeren voordat de chauffeur zich op de openbare weg begeeft achter het stuur van een autobus of autocar?
Tekst nog niet beschikbaar.