Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-1211

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 28 juli 2004

aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Telewerkers in Vlaanderen.

Chronologie

28/7/2004Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/8/2004)
11/8/2004Antwoord
11/8/2004Beslissing niet publicatie

Vraag nr. 3-1211 d.d. 28 juli 2004 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een van de conclusies van de rondetafel "telewerken" van de Universiteit Antwerpen is dat 86 procent van de Vlaamse werknemers interesse toont in "telewerken", maar dat slechts 17,6 procent er daadwerkelijk ervaring mee heeft.

Uit onderzoek blijkt dat de voornaamste voordelen van "telewerken" zijn dat de benodigde werkruimte kleiner wordt, de reistijd en -kosten verminderen en het ziekteverzuim wordt teruggedrongen. Ook de productiviteit zou toenemen. Minpunten zouden de kosten van het "telewerken", de controle op de telewerker, de wetgeving omtrent het onderwerp, de beveiliging van de informatica, de flexibiliteit en de balans tussen werk en privé zijn.

1. Hoeveel personen stapten de voorbije jaar in het "telewerken"-project?

2. Hoe verhouden het aantal "telewerkende" mannen en "telewerkende" vrouwen zich ten opzichte van elkaar?

3. Acht de Staatssecretaris het aangewezen initiatieven te nemen om de wetgeving omtrent het onderwerp duidelijk te bepalen?

4. Welke maatregelen zal de Staatssecretaris nemen om het "telewerken" aan te moedigen?

Antwoord ontvangen op 11 augustus 2004 :

Tekst nog niet beschikbaar.