Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 2-662

van Didier Ramoudt (VLD) d.d. 19 mei 2000

aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

Lozing van kerosine - Veiligheidsrisico's - Melding - Schadevergoeding.

Chronologie

19/5/2000Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/6/2000)
29/6/2000Antwoord
29/6/2000Beslissing niet publicatie

Vraag nr. 2-662 d.d. 19 mei 2000 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het antwoord op mijn vraag 402, betreffende het lozen van kerosine boven zee, antwoordde de minister onder andere dat piloten die in geval van nood overgaan tot het lozen van hun brandstof niet officieel verplicht zijn om dergelijke operaties officieel te melden. Deze operaties worden bovendien beschouwd als gevallen van overmacht die ontsnappen aan de van kracht zijnde wetgeving en die niet kunnen leiden tot schadevergoeding.

Graag vernam ik van de minister :

1. Op welke manier worden de bevoegde instanties dan wel op de hoogte gebracht van dergelijke lozingen? Hoe kunnen de reddingsdiensten het risico inschatten op brand en ontploffingen bij noodlandingen?

2. Weke veiligheidsrisico's vloeien voor uit dergelijke lozingen? Bestaat er m.a.w. geen groot ontploffingsgevaar als dergelijke lozingen van brandstof boven bewoonde gebieden uitgevoerd worden?

3. Hoe komt het dat de piloten deze operaties niet officieel dienen te melden? Is dit op internationaal vlak ook zo? Zo neen, overweegt de minister stappen om het melden van lozingen verplicht te stellen?

4. Als de lozingen het gevolg zijn van slecht onderhoud van de toestellen, waarom zouden dan geen schadevergoedingen geëist worden van de vliegtuigmaatschappijen?

Antwoord ontvangen op 29 juni 2000 :

Tekst nog niet beschikbaar.