Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 2-2796

van Jan Steverlynck (CD&V) d.d. 5 maart 2003

aan de minister van Financiën

Bezwaarschriften - Indiening - Taalwetgeving.

Chronologie

5/3/2003Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 3/4/2003)

Vraag nr. 2-2796 d.d. 5 maart 2003 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen nr. 366/29 zijn belastingplichtigen uit het Nederlandse taalgebied die gevestigd zijn in een gemeente zonder speciale taalregeling gehouden gebruik te maken van het Nederlands voor het indienen van de bezwaarschriften. Is dit wel in overeenstemming met de huidige taalwetgeving ?

Overeenkomstig artikel 30 van de Grondwet is het gebruik van de in België gesproken talen (Nederlands, Frans en Duits) vrij. Krachtens de bij artikel 129, §1, van de Grondwet aan de Gemeenschappen toegekende bevoegdheden kunnen uitzonderingen op het beginsel van de taalvrijheid worden aangebracht. Krachtens het bij artikel 30 van de Grondwet gehuldigde principe van de taalvrijheid moeten de taalwetten restrictief worden uitgelegd (Raad van State, 27 januari 1954, Stad Oostende, nr. 3102). Volgens artikel 3 van het Vlaams Decreet van 30 juni 1981 inzake het gebruik van talen in bestuurszaken dienen particulieren, gevestigd in gemeenten zonder speciale taalregeling uit het Nederlands taalgebied, uitsluitend het Nederlands te gebruiken in hun betrekkingen met de in artikel 2 bedoelde diensten. Artikel 2 van voormeld decreet bepaalt echter dat het decreet van toepassing is op de gewestelijke diensten waarvan de werkkring zich beperkt tot het Nederlands taalgebied en uitsluitend gemeenten zonder speciale taalregeling betreft.

De werkkring van sommige gewestelijke directies der directe belastingen betreft echter niet uitsluitend gemeenten zonder speciale taalregeling (bijvoorbeeld de Gewestelijke directie te Brugge is ook bevoegd voor de gemeente Spiere-Helkijn die een speciale taalregeling geniet). Indien men het decreet restrictief moet interpreteren dan is het niet van toepassing op die gewestelijke diensten die ook gemeentes met speciale taalregelingen onder hun bevoegdheid hebben.

Daarom ontving ik graag van de minister een antwoord op de volgende vraag :

Kan de administratie de niet in het Nederlands opgestelde bezwaarschriften van de belastingplichtigen uit het Nederlandse taalgebied die gevestigd zijn in een gemeente zonder speciale taalregeling, onontvankelijk verklaren wanneer die bezwaarschriften werden ingediend bij een gewestelijke dienst waarvan de werkkring niet uitsluitend gemeenten zonder speciale taalregeling betreft ?