Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 2-2307

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 5 augustus 2002

aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer

Ministeries en Federale overheidsdiensten - Ziekteverzuim.

Chronologie

5/8/2002Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/9/2002)
6/9/2002Antwoord
6/9/2002Beslissing niet publicatie

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2291
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2292
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2293
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2294
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2295
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2296
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2297
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2298
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2299
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2300
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2301
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2302
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2303
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2304
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2305
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2306

Vraag nr. 2-2307 d.d. 5 augustus 2002 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit een grootschalig onderzoek naar onder andere ziekteverzuim van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) blijkt dat in de privé-sector in 2001 arbeiders dubbel zo vaak afwezig zijn door ziekte als bedienden en dat vrouwen meer ziek zijn dan mannen.

In de procentuele berekeningen van het NIS wordt het aantal verzuimde dagen uitgezet ten opzichte van het aantal dagen dat een werknemer theoretisch kan presteren in een jaar. Ook vakantiedagen en onvolledige arbeidsdagen worden als werkdagen beschouwd. Loopbaanonderbrekingen niet. Bij deeltijdse arbeid wordt het aantal dagen geteld dat gepresteerd wordt.

Ook de federale ministeries zullen met ziekteverzuim te kampen hebben.

Graag had ik van de minister het volgende vernomen :

1. Hoeveel bedraagt het percentage ziekteverzuim bij de werknemers van zijn/haar ministerie(s)/federale overheidsdienst(en) ? Graag een evolutie van de afgelopen vijf jaar.

2. Is er bij zijn/haar ministerie(s)/federale overheidsdienst(en) een verschil merkbaar tussen mannen en vrouwen voor wat ziekteverzuim betreft ?

3. Is er bij zijn/haar ministerie(s)/federale overheidsdienst(en) een verschil merkbaar naar gelang het opleidingsniveau van de werknemer voor wat ziekteverzuim betreft ?

4. Wat is het percentage van de ongewettigde afwezigheid bij de werknemers bij zijn/haar ministerie(s)/federale overheidsdienst(en) ?

5. Welke maatregelen zal de minister nemen om het ziekteverzuim bij zijn/haar ministerie(s)/federale overheidsdienst(en) tegen te gaan ?

Deze vraag wordt aan alle ministers en staatssecretarissen gesteld.

Antwoord ontvangen op 6 september 2002 :

Tekst nog niet beschikbaar.