SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2020-2021 Zitting 2020-2021
________________
24 novembre 2020 24 november 2020
________________
Question écrite n° 7-887 Schriftelijke vraag nr. 7-887

de Fatima Ahallouch (PS)

van Fatima Ahallouch (PS)

à la ministre de l'Énergie

aan de minister van Energie
________________
Énergies renouvelables - Production - Objectifs européens - Réalisation - Mesures supplémentaires - Concertation avec les Régions - Déficit de production - Coût - Solutions Hernieuwbare energie - Productie - Europese doelstellingen - Realisatie - Bijkomende maatregelen - Overleg met de Gewesten - Productietekort - Kost - Oplossingen 
________________
énergie renouvelable
production d'énergie
politique en matière de changement climatique
réchauffement climatique
regenereerbare energie
energieproductie
beleid inzake klimaatverandering
opwarming van het klimaat
________ ________
24/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2020)
26/1/2021Rappel
18/10/2023Rappel
24/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2020)
26/1/2021Rappel
18/10/2023Rappel
________ ________
Aussi posée à : question écrite 7-886 Aussi posée à : question écrite 7-886
________ ________
Question n° 7-887 du 24 novembre 2020 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-887 d.d. 24 november 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

On le sait, en Belgique, plusieurs politiques énergétiques et environnementales se croisent. Cette question relève donc bien de la compétence du Sénat par sa transversalité.

Dans la foulée de l'Accord de Paris sur le climat, la Belgique s'était engagée au niveau européen à atteindre 13 % d'énergies renouvelables d'ici à 2020. Cet objectif devait par ailleurs permettre à l'Union européenne (UE) dans son ensemble de produire 20 % d'énergie verte d'ici à la fin de l'année 2021.

L'honorable ministre de l'Énergie a précisé, dans son exposé d'orientation politique en commission de la Chambre des représentants (doc. Chambre, n° 55 1610/010), que la Belgique n'atteint pas son objectif européen en matière d'énergies renouvelables.

La part d'énergie renouvelable de la Belgique dans la production d'énergie plafonne à 11,68 % contre les 13 % qui lui étaient fixés. Le déficit le plus important est au Nord du pays, avec 1 800 GWh qui manquent, contre 1 550 GWh pour le niveau fédéral et 150 GWh pour Bruxelles, tandis que la Wallonie présente un excédent de 1 465 GWh.

La Flandre a déjà fait savoir qu'elle n'honorerait pas sa part du contrat et a augmenté ses prévisions de consommation totale d'énergie en raison d'une série de gros investissements dans le port d'Anvers. La facture pourrait s'élever à des dizaines de millions d'euros.

Avec une part de 54,6 % d'énergies renouvelables, la Suède est le premier pays européen dans ce domaine tandis que la Belgique figure parmi les mauvais élèves.

1) Les États membres qui n'atteignent pas l'objectif en 2020 sont tenus de mettre en place des mesures supplémentaires l'année suivante. Quelles mesures sont-elles envisagées à court terme pour 2021?

2) À la fin du mois de décembre 2020, la Belgique doit soumettre son Plan national Énergie-Climat 2021-2030 à l'Europe. Quel plan d'actions mettez-vous en œuvre pour y remédier? L'objectif européen est ventilé entre l'État fédéral et les Régions. Avez-vous réuni les entités fédérées afin de conclure un accord englobant les objectifs européens pour les prochaines années?

3) Le déficit total de production est de plus de 2 000 GWh. Pour le niveau fédéral, le coût pourrait représenter 31 millions d'euros. Pouvez-vous confirmer ce chiffre? Quelle solution proposez-vous pour combler ce déficit budgétaire?

4) La Belgique ne peut-elle pas s'appuyer sur les bonnes pratiques d'autres pays afin d'atteindre l'objectif européen en 2030 en matière d'énergies renouvelables?

 

We weten dat in België het beleid op vlak van energie en milieu over verschillende bestuursniveaus verloopt. Deze vraag behoort dus wel degelijk tot de bevoegdheid van de Senaat door haar transversale aard.

In aansluiting op het Klimaatakkoord van Parijs had België zich er op Europees vlak toe geëngageerd om 13% hernieuwbare energie te behalen tegen 2020. Die doelstelling moest mee de doelstelling van de hele Europese Unie (EU) helpen bereiken om 20% groene energie te produceren tegen eind 2021.

De minister van Energie heeft in haar beleidsverklaring voor de commissie in de Kamer van volksvertegenwoordigers (doc. Kamer nr 55 1610/010) verduidelijkt dat België de Europese doelstelling op het vlak van hernieuwbare energie niet haalt.

Het aandeel van de hernieuwbare energie van België in de energieproductie bereikt maximaal 11,68% tegenover de vooropgestelde 13%. Het grootste tekort is te vinden in het noorden van het land, waar er een tekort is van 1.800 GWh, tegenover een tekort van 1.550 GWh voor het federale niveau en een overschot van 1.465 GWh in Wallonië.

Vlaanderen heeft al laten weten dat het zijn deel van de overeenkomst niet zal nakomen en heeft zijn prognose over zijn totale energieverbruik verhoogd wegens een aantal grote investeringen in de haven van Antwerpen. De factuur zou kunnen oplopen tot tientallen miljoenen euro.

Met een aandeel van 54,6% hernieuwbare energie is Zweden Europese koploper op dat vlak, terwijl België tot de slechtste leerlingen behoort.

1) De lidstaten die de doelstelling in 2020 niet halen moeten bijkomende maatregelen treffen het daaropvolgende jaar. Welke maatregelen worden op korte termijn gepland voor 2021?

2) Eind december 2020 moet België zijn Nationaal Energie- en Klimaatplan 2021-2030 aan Europa voorleggen. Welke actieplannen zal u uitwerken om dat plan bij te werken? De Europese doelstelling wordt uitgesplitst over de federale staat en de Gewesten. Bent u samengekomen met de deelstaten om een akkoord te sluiten over de Europese doelstellingen voor de volgende jaren?

3) Het totale productietekort bedraagt meer dan 2000 GWh. Dat zou het federale niveau 31 miljoen euro kunnen kosten. Kunt u dat cijfer bevestigen? Welke oplossing stelt u voor om dat budgettaire tekort te dichten?

4) Kan België zich niet baseren op de good practices van andere landen om de Europese doelstelling op het vlak van hernieuwbare energie in 2030 te bereiken?