SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2020-2021 Zitting 2020-2021
________________
12 novembre 2020 12 november 2020
________________
Question écrite n° 7-836 Schriftelijke vraag nr. 7-836

de Latifa Gahouchi (PS)

van Latifa Gahouchi (PS)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Cancer du sein - Covid-19 - Première vague - Suspension des consultations - Report des diagnostics - Situation à éviter à l'avenir - Mesures Borstkanker - COVID-19 - Eerste golf - Opschorting van consultaties - Uitstel van diagnoses - Te vermijden situatie in de toekomst - Maatregelen 
________________
cancer
épidémie
prévention des maladies
diagnostic médical
organisation de la santé
kanker
epidemie
voorkoming van ziekten
medische diagnose
organisatie van de gezondheid
________ ________
12/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/12/2020)
21/1/2021Antwoord
12/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/12/2020)
21/1/2021Antwoord
________ ________
Question n° 7-836 du 12 novembre 2020 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-836 d.d. 12 november 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Je vous adresse une question que j'ai posée également à votre collègue de la Région wallonne étant donné la transversalité du dossier. En effet, les aspects liés à la prévention de la santé publique relèvent de sa compétence.

En votre qualité de ministre de la Santé publique au niveau fédéral, j'aimerais également savoir si vous disposez d'informations complémentaires dans le cadre de vos compétences.

Je suis interpellée par les déclarations du professeur Philippe Coucke, chef du service de radiothérapie du Centre hospitalier universitaire (CHU) de Liège. En effet, celui-ci déclarait il y a quelques jours que: «En raison de la crise du Covid-19 et du report de consultations durant la première vague de la pandémie, le nombre de cancers du sein diagnostiqués a baissé d'environ 40 à 50 %. Cette baisse s'explique par le report des consultations et ne signifie donc pas qu'il y a moins de cancers de ce type. Il y a 40 à 50 % de cancers du sein dont le diagnostic n'est pas posé et que l'on va peut-être commencer à découvrir si on ne réduit pas, à nouveau, les activités.»

Lorsque l'on sait que le cancer du sein est de loin le premier type de cancer chez la femme, et qu'une femme sur neuf en Belgique en est encore touchée, c'est inacceptable de lire de ce genre de chose.

On ne peut, selon moi, sous aucun prétexte suspendre les consultations médicales lorsqu'il y a suspicion d'une maladie grave.

Quel est votre position sur le sujet?

Quelles sont les moyens dont dispose votre administration afin qu'une telle situation ne se reproduise plus?

 

Ik heb deze vraag ook gesteld aan uw collega van het Waals Gewest, gezien het een transversaal dossier betreft. De aspecten met betrekking tot de preventieve gezondheidszorg zijn immers bevoegdheden van de deelstaten.

Ik zou ook graag weten of u als federaal minister van Volksgezondheid over bijkomende informatie beschikt in het kader van uw bevoegdheden.

De uitspraken van professor Philippe Coucke, hoofd van de dienst voor radiotherapie van het Centre hospitalier universitaire van Luik (CHU) baren me zorgen. Hij zei enkele dagen geleden namelijk dat door de covidcrisis en door het uitstel van consultaties tijdens de eerste golf van de pandemie, het aantal diagnoses van borstkanker gedaald is met 40 tot 50%. Die daling valt te verklaren door het uitstellen van consultaties en betekent dus niet dat er minder kankergevallen van dat type zijn. 40 tot 50% van de gevallen van borstkanker worden niet gediagnosticeerd en zullen nu misschien worden ontdekt als men de activiteiten niet opnieuw inperkt, zo zei hij.

Borstkanker is veruit het meest voorkomende type kanker bij vrouwen, en één vrouw op negen in België wordt erdoor getroffen. Het is dan ook onaanvaardbaar om dergelijke vaststellingen te moeten vernemen.

Ik ben van mening dat onder geen enkel voorwendsel medische consulten mogen worden opgeschort als er een vermoeden is van een ernstige ziekte.

Wat is uw standpunt over dit onderwerp?

Over welke middelen beschikt uw administratie om een dergelijke situatie in de toekomst te vermijden?

 
Réponse reçue le 21 janvier 2021 : Antwoord ontvangen op 21 januari 2021 :

Ce qui c’est passé lors de la première vague – l’interruption brusque et total des soins de santé hospitaliers non-Covid – a été, après analyse, comme vous le soulignez, une décision a ne plus jamais prendre.

C’est pourquoi très vite une nouvelle stratégie de report de soins non urgents en temps de crise à été élaboré par le Comité Hospital & Transport Surge Capacity.

Lors de la deuxième vague, le Comité Hospital & Transport Surge Capacity demandait, via courrier du 22 octobre 2020, l’interruption:

des activités électives et planifiables qui utilisent les soins intensifs;

des hospitalisations classiques qui n’utilisent pas les soins intensifs;

des activités chirurgicales en hôpital de jour ne faisant pas appel aux soins intensifs.

Les consultation et les actes urgents ne sont pas visés et ont pu être programmé.

De bruuske en volledige onderbreking van de niet-Covid gezondheidszorg in de ziekenhuizen zoals die gebeurde bij de eerste golf, bleek na analyse en zoals u zegt een beslissing die nooit meer herhaald mag worden.

Daarom werd erg snel een nieuwe strategie voor het uitstellen van niet-dringende zorg in crisistijd uitgewerkt door het comité Hospital & Transport Surge Capacity.

Tijdens de tweede golf heeft het comité Hospital & Transport Surge Capacity, per brief van 22 oktober 2020, gevraagd om de onderbreking van:

electieve en planbare activiteiten die intensieve zorg behoeven;

klassieke ziekenhuisopnames die geen intensieve zorg behoeven;

chirurgische activiteiten in dagziekenhuis die geen beroep doen op intensieve zorg.

Consultaties en dringende handelingen worden niet geviseerd en konden dus worden gepland.